Olijven in het kwadraat
Een tocht in Andalucia in oktober 2007

60miljoenolijven
Er staan 60 miljoen olijfbomen in Jaén

We waren sinds 2004 niet meer in Spanje geweest, onze laatste tocht was een voorjaarstocht in de omgeving van Madrid in mei van dat jaar, en na verhalen van anderen hadden we er weer zin in. Vooral ook omdat er nu ook serieus werk wordt gemaakt van de Vias Verdes, fiets/wandelpaden over oude spoortrajecten die door prachtige gebieden voeren. De laatste keer dat we in déze omgeving waren was in de herfst van 2002.
We vliegen weer met Transavia en als ik op de dag van vertrek thuis alvast de trappers wat los wil draaien, is er geen beweging in te krijgen! Ik ga naar de fietsenmaker in de buurt om te zien of met zijn gereedschap het wel gaat. Dat lukt, maar zelfs hij moet één trapper laten zitten! Thuis spuit ik er nog wat WD40 in, en na lang en voorzichtig proberen komt de trapper uiteindelijk los. Dat hadden we nog nooit meegemaakt, dat ze zó vast zaten.

We nemen de trein naar Schiphol, en voor ons is dat nu een rechtstreekse verbinding zonder overstappen geworden. Heel praktisch. Inpakken en inchecken verloopt allemaal voorspoedig en om 19:30 landen we in Málaga. Het is 28°!
We hebben voor deze keer ook eens een ander hotel geprobeerd dan het Parador, en dat is goed bevallen: Hotel Picasso in San Julian de Guadalmar op 3 km. van het vliegveld. We hadden via het internet al gezocht en geboekt. Het is een klein, rustig hotel met alle kamers op de begane grond. Het ligt in een mooie woonwijk met allemaal villa's. De weg er naartoe is duidelijk aangegeven.


Fiets op vliegveld malaga
De fiets bij aankomst in Málaga

Dit was de route:

Routebord Viaverde

De gebruikte kaarten:

Foto rechts: op het station van Lucena, waar wij voor het eerst kennismaken met de Vias Verdes, staat een mooi routebord van het hele traject door de Sierra Subbética
Het station van Lucena is niet meer als treinstation in gebruik.



Málaga – Valle de Abdalajis

19/10 – 66 km.
Vergeleken met Vught is het pas laat licht: 8:15! Na de hoosbui die vannacht is gevallen, is het nu prachtig weer met een stralend blauwe lucht en aangename temperatuur en we rijden om 10u weg bij het hotel. Als we opstappen klapt ineens mijn stuur naar links en het voorwiel naar rechts, en ik kan ons maar net staande houden. Klaarblijkelijk heb ik gisteren op het vliegveld de stuurbout niet vast genoeg gezet en heeft het ijskoude frame (uit het vrachtruim) een rol gespeeld. Gelukkig is er geen verkeer op straat! We zetten koers naar Málaga, want we willen daar de weg nemen die naar het westen gaat via Campanillas en Estacion de Cártama.


AVE viaduct bij Alora.

Dat willen we omdat de wegen rondom het vliegveld door de aanleg van een tweede startbaan niet, of slecht, toegankelijk zijn. Maar we hadden beter naar Churriana kunnen gaan en dan naar het noorden, want we raken nu in de stad verstrikt in straten en wegen die allemaal doodlopen op óf de spoorlijn óf de rivier óf een van de vele autovia's! Tenslotte vragen we maar ergens hoe we er uit kunnen komen en via een aantal kleine straatjes komen we tenslotte bij het bevrijdende bruggetje over de spoorbaan. Daar kunnen we gelukkig makkelijk opkomen, maar eraf is weer een volgende knelpunt: er staat een dubbel hekje waar alleen maar voetgangers (één voor één) kunnen passeren! Alle bagage weer van de fiets af en de fiets eroverheen tillen is de enige oplossing.
We zitten nu dan wel op de goede weg, maar het is erg druk, veel verkeer, en ook veel wegwerkers die bezig zijn. Dat blijft eigenlijk wel zo tot Estacion de Cártama waar we even pauzeren en bijkomen in een bar. Daarna rijden we met gunstige wind door het mooie rivierdal van de Guadalhorce en de heuvels (die al een beetje berg beginnen te worden) naar Pizarra waar we lunchen in het park. Het is 27°. We gaan verder door dit mooie, maar droge gebied. Ook alle rivierbeddingen staan droog. We zijn ook al snel in Álora en daar wordt het landschap nu doorsneden door de AVE (de hogesnelheidslijn), waarvan we in 2002 de start al zagen, maar die nu overal duidelijk en groot aanwezig is.

SLingerweg
De prachtige afdaling licht alweer achter ons. . .
Een trappetje in Malaga
Obstakel voor de tandem.

Een enorm viaduct overspant de gehele vallei! We gaan verder in de richting van Antequera en klimmen en slingeren door een mooi gebied omhoog. Af en toe behoorlijk steil. Om 16u zijn we in Valle de Abdalajis en daar is de hoofdweg vanwege een verzakking afgesloten en worden we omgeleid door het dorp. Dat gaat in smalle en steile straatjes maar net! We kijken wel alvast uit naar een hotel/pension, want er valt nu af en toe wat regen. Aan het eind van het dorp staat een pension, maar dan is ook de regen weer verdwenen zodat we besluiten om door te gaan. Even buiten het dorp ligt echter een hotel (Refugio de Alamut) op een zo'n mooie plaats dat we besluiten om daar dan toch maar te blijven. Het ligt op een hoge heuvel en de weg ernaartoe gaat met 50%. Niet lang, maar we moeten echt met zijn tweeën de tandem omhoog duwen en iedere 2 meter stilstaan! (We zullen deze vakantie trouwens een nóg steiler stuk krijgen).
We komen terecht in een kleine huisje midden tussen de olijfbomen en met indrukwekkend uitzicht. Er zijn wel veel vliegen! We installeren ons en gaan nog even de berg achter ons huisje beklimmen. De fiets zetten we's-avonds wel binnen, want in het hoofdgebouw is een of andere karaoke-avond voor de jeugd uit de omgeving. We kunnen de muziek duidelijk horen, maar echt hinderlijk is het niet.



Valle de Abdalajis – Lucena

20/10 – 106 km.
Wij worden pas om 7.50 wakker en de eigenaar van de bar is om 6u naar bed gegaan na het feest! Het ontbijt is dan ook niet heel bijzonder.
Om 9.30u rijden we weg in een heel mooi ochtendlicht en loopt de temperatuur snel op. In het stuk tot aan Alamos zitten nog wat pittige stukken klimwerk, daarna mooi dalen naar Antequera waar we om 11.30u aankomen en koffie met tortilla español gebruiken om het ontbijt wat aan te vullen. ↓

Abdalajis
De roodgekleurde heuvels bij Valle de Abdalajis

Het is druk in Antequera en warm. We doen ook nog boodschappen voor we aan deel twee van de etappe beginnen. We nemen de weg naar Bobadilla en omdat we de wind mee hebben en de weg licht daalt, zijn we daar in 20 minuten. Het landschap is hier nogal open en vlak, met weinig bomen. Alleen in het rivierdal is het nog groen. We volgen dan de A382 en komen bij Colonia St. Ana waar dankzij de AVE een nieuw station is gekomen: Antequera – St. Ana.

Helemaal in het niets staat daar een megalomaan gebouw van 100 miljoen euro met 3 loketten die open zijn, een bar die open is, een winkelcentrum dat open is alsmede een complete ploeg beveiligers met scan-apparatuur om de koffers van de reizigers te onderzoeken. Alleen….er zijn geen reizigers!! Er komen hier 10 treinen per dag! Ook op het reusachtige parkeerterrein staan vrijwel geen auto's. Waarschijnlijk alleen van het personeel. En het zou me niets verbazen als de EU hier flink aan heeft meebetaald. Over 30 jaar kan dat hele AVE traject mooi worden omgebouwd tot Via Verde voor de lange-afstand fietser! (foto rechts)
Reus bij Antequera
Antequera: de reus ligt er nog steeds te slapen. . .

Het is inmiddels weer 27° geworden als wij verder trekken en op Humiladero af koersen waar we op het drukste kruispunt van deze streek onze lunch gebruiken. Er komt veel verkeer langs vanwege de olijvenoogst, en daarnaast komt de jeugd doorlopend op brommers en scooters voorbijrazen. We gaan verder naar Fuente de Piedra, Los Carvajales en Alameda. We zijn wel moe, maar hebben nog voldoende fut om door te gaan, dus gaan we naar Badalatosa, klimmen, maar ook prachtig dalen. Er zijn geen hotels in Badalatosa en ook niet in Jauja! We besluiten door te gaan naar Lucena, een lang stuk met heel veel vliegen; meer op moraal dan kracht komen we, door een erg mooi stuk en in heerlijk weer, in Lucena waar we ook nog 40 minuten moeten zoeken naar een hotel. Dat wordt hotel Baltanás. We hebben geen puf meer en blijven lekker op onze kamer waar we ons eten klaarmaken.

stationAntequeraSantaAna
Het treinstation in de woestijn. (foto: Google Streetview)

Olijfgaardje
Olijfboomgaard op weg naar Badalatosa


Lucena – Martos

Sierra Subbetica
Langs de Sierra Subbética

21/10 – 80 km.
We staan om 8 uur op, pakken in en vertrekken. Het hotel zelf heeft geen ontbijt, maar in het park aan de overkant nemen we een portie heerlijke churros met koffie. Het is daar een drukte van belang. Dan gaan we op zoek naar hét fietspad dat over de route van de olijventrein – langs de grens van de Sierra Subbética – loopt. Even buiten het dorp staat het station van Lucena en daar passeert ook het fietspad dat 13 kilometer vóór Lucena begint, ter hoogte van Las Navas del Selpillar. Tot aan Martos rijden we vervolgens op een fietspad tussen de olijfbomen én (in de eerste kilometers) de tempranillo druiven. Het weer is prachtig met temperaturen tot 30°! We rijden naar Cabra, maar het station daar (met een tentoonstelling over deze route) is nu gesloten. We rijden lekker verder naar Doña Mencía en daar nemen we in het stationsgebouw (waar veel mensen zitten) een stevige tortilla español. Het fietspad is erg mooi en goed te berijden met stevige gravel en steenslag en sommige stukken geasfalteerd. Nergens erg steil en licht klimmend, maar rond Zuheros juist weer een heel mooi stuk lang, en rustig dalend. Ook de aansluiting naar de brug over de Rio Badajoz (waar de Via Verde del Aceite begint) is een mooie afdaling. Het hele gebied is erg mooi om doorheen te rijden, bij de Laguna Honda is een mooi uitkijkpunt en vooral de afwezigheid van auto's is een hele rust.
Ter hoogte van Alcaudete twijfelen we even of we niet af zullen slaan naar die plaats om een hotel te zoeken, maar het is nog zo mooi om te rijden dat we maar gewoon verdergaan en de laatste 25 kilometer naar Martos er nog aan vast plakken.


Er zijn soms wel stukken waar je erg lang in één richting moet fietsen tussen alsmaar die olijvenbomen - waardoor het wat saaier wordt - maar het blijft een mooi fietspad.
In Martos komen we al snel terecht in hotel Felipe IV in een mooie kamer met airco. Voor de fiets kunnen we in de hal met wat gewurm een plekje vinden. We eten later in het restaurant waarbij het meest opvallende is dat de 4 mensen in de bar, zelfs voor Spaanse begrippen, erg luidruchtig zijn! Martos ligt aan de voet van een karakteristiek berg die we de komende dagen steeds weer zien liggen!

Spoorbrug voor fietsers
Een van de oude spoorbruggen in het traject.

In mei 2019 zijn we weer in deze streek en rijden dan opnieuw over dit Via Verde, maar dan vanaf Luque tot aan Jaén. Door de vele voorjaarsbloemen een extra mooie tocht.


via verde de aceite
Rio Badajoz bij het begin van de Via Verde de Aceite. Dit traject loopt tot aan Jaén


Martos – Alcalá la Real

22/10 – 70 km.
We doen na het ontbijt eerst boodschappen en rijden dan het dorp uit. Eerst 3 km klimmen naar een collado buiten het dorp en daarna 10 kilometer mooi dalen in een schitterend dal naar Los Villares waar we het dorpje inrijden en dan naar de afslag voor Valdepeñas de Jaén rijden. Daarbij moeten we een heel steil, smal straatje sterk dalen naar een riviertje toe, om daarna het steilste stukje ooit te moeten duwlopen: 100%!! D.w.z. iedere meter vooruit gaan we ook een meter omhoog! We moeten echt iedere stap stilhouden om onze balans te vinden. Op die manier moeten we 15 meter omhoog en dan staan we weer op de normale route.

Weg uit Martos
Bij het vertrek uit Martos

Dan begint een gestage klim naar een naamloze col boven Los Villares. Hier is helaas weer meer verkeer, vooral van de wegenbouwmaffia, want die hebben besloten dat de weg naar Valdepeñas de Jaén best een 4-baans autoweg kan worden. Dat je na dat dorp dan weer op een heel smal weggetje uitkomt is geen probleem, want dat is nu juist het bestaansrecht van die wegenbouwmaffia! Want het heeft inderdaad geen zin om een 4-baans autoweg zomaar op een mooi, smal bergweggetje te laten aansluiten. Weg dus met dat mooie, smalle weggetje!


Ondertussen rusten wij in Valdepeñas uit met een stevige ijsje voordat wij weer aan de volgende klim gaan beginnen naar de Col de Locubin, en dit keer in alle rust. Het is een heel mooie klim, en er komen hooguit 5 auto's voorbij in een halfuur.

Dan dalen we naar Castillo de Locubin en daar begint dan weer de klim (3 km) naar de Puerto de Locubin van 940m. Nog steeds in prachtig weer gaan we dan 6 km dalen om tenslotte de laatste 3 km naar Alcalá la Real weer te klimmen. Daar vinden we in hotel Torrepalma een kamer met uitzicht op de drukke straat waar we ook de boodschappen kunnen doen zodat we op de kamer kunnen eten.

Vandaag was een prachtige fietsdag, we vinden dat klimmen door dit landschap toch wel leuker en gevarieerder dan over zo'n oude spoorbaan te rijden.



Alcalá la Real – Zagrilla

Zicht op Villa Turistica
Zicht op Villa Turistica bij Zagrilla
Dal voor Zagrilla
Het mooie dal vóór de klim naar Zagrilla

23/10 – 46 km.
We ontbijten op de kamer en rijden warm aangekleed weg, want het is behoorlijk koud: 10°. We rijden eerst nog een stukje terug de stad in, doen nog wat boodschappen en gaan dan via de A339 licht dalend naar de kruising met de N432 (Granada – Córdoba), dan kort klimmen, waarna we 9 kilometer lang naar beneden vallen over de – gelukkig – rustige weg. Het is een prachtige weg die steeds opnieuw weer een volgend dal weet te vinden waarin je met een mooie slinger verder kunt dalen!

Op de provinciegrens gaan de vesten en lange broek uit, klimmen we weer 2 km in de hete zon om daarna weer heel hard dalen om tenslotte in Almedinilla in het centrum bij een kop koffie en een heerlijke bocadillo de verdere plannen te bekijken. We willen nog graag in de Sierra Subbética rondrijden en we weten van 2002 dat er in Zagrilla een mooie Villa Turistica is en daar willen we nu naartoe. We rijden het dorpje uit en gaan dan in mooi, golvend landschap, maar over een vrij slechte weg naar Fuente Tojar. We zien daar de karakteristieke berg bij Martos weer goed liggen, maar gaan nu zelf over de hoofdweg naar Cañuelo waar we afslaan naar Fuente Alhama. We dalen eerst 3 km in een heel bijzonder dal naar de rivier toe, maar over een slecht wegdek waar ook een bord voor waarschuwt, klimmen daar weer uit naar Fuente en klimmen dan gelijk door naar El Esparragal.


Tenslotte weer dalen naar Zagrilla (alta) waar we een mooi appartement in de Villa Turistica nemen. Het is een mooi gelegen complex met zo'n 60 huisjes die als klein dorpje zijn gegroepeerd. Er zijn nu niet veel gasten, maar in de zomer is het hier afgeladen.

Het uitzicht op Priego en de bergen is fantastisch en we maken een stevige wandeling in de steile heuvels tegenover het dorpje. Ook hier staat het vol met olijfbomen en we zien's-avonds op de TV hoe de eerste olijfolie van dit seizoen wordt gepresenteerd. We willen eigenlijk op de kamer eten, we hebben er een keukentje bij, maar in het dorp is niets te krijgen en dus gaan we naar het restaurant voor een matig diner.



Zagrilla – Priego de Cordoba

24/10 – 18 km.
We eten weer ons eigen ontbijt, hijsen ons in regenkleding vanwege een lichte miezer en vertrekken. Maar broek en jasje kunnen alweer gelijk uit, want klimmen is niet te doen in dat spul en de miezer is ook al weer gestopt. Wel is het zwaar bewolkt (dat was ook voorspeld, met kans op regen). Het weggetje naar Carcabuey komt me weer heel bekend voor van 2002 en de klim het dorpje in is zeer steil.

huisje in zagrilla
Ons "straatje" in Villa Turistica


We blijven er wat rondhangen, kopen nog wat te eten maar vinden geen geschikte plek voor koffie. Dan koersen we af op Priego de Cordoba waar het gaat regenen als we er binnen komen rijden. We fietsen op het centrum af, het is er erg druk, en door een verkeerde manoeuvre kantelen we met fiets en al de stoep op. Van de schrik gaan we maar koffie drinken. Dan naar de Turismo waar een aardige jongen ons uitstekend helpt en zo zitten we om 13u al in Pasado Real. We installeren ons, houden een korte siësta om de regenbui voorbij te laten trekken en om 15.30 gaan we de omgeving verkennen. Het is een oude wijk met allemaal kleine straatjes en overal bloempotten vol bloemen aan balkons, deuren en ramen. We lopen over de oude stadswal, gaan ook nog even kijken bij de beroemde fontein waar we in 2002 zo lekker hebben gezeten voor onze lunch en doen ook alvast wat boodschappen voor morgen. Als we later op de avond willen gaan eten, dan blijkt dat we bij geen van de restaurants en bars om deze tijd (19:30) tapas kunnen krijgen! Zeer on-Spaans! We kopen dan maar zelf wat en gaan op de kamer eten.



Priego de Cordoba – Huétor Tájar

25/10 – 57 km.
Het posada verzorgt een uitstekend ontbijt en na een hartelijk afscheid rijden we om 10u de stad uit. Het is nog geheel grijs, maar er zit al tekening in de lucht en af en toe komt er wat blauw tevoorschijn. Dat zal geleidelijk aan veel meer worden, en het wordt een heel aangename dag.
Als we de stad uit zijn dalen we flink naar de Rio Salado, ik kan me het stuk weer goed herinneren van 2002, en na de brug over de rivier gaan we aan een stevige klim beginnen, met af en toe weer wat dalen, maar we moeten naar een naamloze col vanwaar we een fantastische afdaling naar de provinciegrens hebben.
Opnieuw klimmen en dan dalen naar Algarinejo, waar we het dorpje binnengaan voor een stevige lunch. De zon gaat hier met volle kracht schijnen, en de temperatuur gaat nu snel omhoog. We zien hier trouwens aan een olijfboom de dikste olijven hangen die we ooit gezien hebben! Als we na de lunch de grote bocht het dal inrijden hebben we ook nog lekker de wind mee, maar als we na de kruising met de Rio Turca aan het eind van het dal weer van richting veranderen, krijgen we een nogal frisse wind tegen! ↓

Weg uit Priego
Het prachtige gebied voorbij Priego de Cordoba

We klimmen het dal uit, maar we besluiten om niet de weg te volgen die we in 2002 naar Loja hebben genomen. Dit keer nemen we de weg richting Montefrio en halverwege die weg weer de afslag naar Huétor Tájar. Dat blijkt een uitstekende keuze te zijn, want we dalen nu langdurig over een prachtig, smal en goed onderhouden weggetje naar het kruispunt 9 km verder. Af en toe een korte bocht klimmen, maar vooral veel slingerende bochtjes naar beneden. →

Straatje in Priego
Straatje in Priego

Vanwege de frisse wind hebben we wel een bodywarmer aan. We hebben nog meer geluk, want de weg langs de arroyo de vilano is ook geheel vernieuwd zonder het landschap te vernielen, want we dalen 15 kilometer in een prachtige gorge naar Huétor Tájar toe. De onverharde stukken die op de kaart staan vermeld, zijn inmiddels ook alweer verleden tijd. Onderweg passeren we op onze km-teller het 33333 km punt!
We vinden hotel Cortijo de Tájar aan de snelweg A92, maar hebben geen last van het verkeer. Het is van alle hotels de afgelopen week eigenlijk de beste keus, en ook het eten 's-avonds is uitstekend.
We vinden hier ook uitgebreide informatie over andere hotels in de buurt en langs de route die we morgen willen rijden.



Huétor Tájar – La Alcaicería

26/10 – 45 km.
Ook het ontbijt is hier uitstekend, en om 10u rijden we weg. Er hangt in het dal nog veel nevel, maar de zon doet zijn best om die te verdrijven als wij over het smalle parallelweggetje langs de A92 naar de afslag bij Salar rijden. Het weggetje is eerst nog geasfalteerd, maar later onverhard. De toegang tot die afslag is echter wel bereikbaar en zo kunnen we onder de A92 naar Salar toe rijden. Op de kaart is de status van dit weggetje onduidelijk.

Als we het dal ná de afslag inrijden staat dat nog vol nevel, en we kunnen 5 meter voor ons uit kijken! We besluiten bij aankomst in Salar daar even te wachten totdat de zon zijn werk heeft gedaan, maar dat doet hij al zo snel, dat we het dorp inrijden en ook gelijk weer om kunnen keren. En even buiten het dorp moeten we al overstappen op zomerkleren, want het wordt heet. We klimmen over een prachtige weg, in een mooi landschap naar een naamloze col op 1065m hoogte. Het gaat heel gelijkmatig en er is vrijwel geen verkeer. Vlak voor de col, als we staan te pauzeren, komt er een grote groep fietsers langs uit Colorado! Die zijn hier 2 weken aan het fietsen. Er is een paar op een Da Vinci tandem bij. Ze rijden zonder bagage, want die wordt in een busje vervoerd.

Naar Alhama de Granada is een mooie afdaling maar wel fris: 13°. Het is echter snel gedaan en dan kunnen we in de hete zon op het grote plein weer even opwarmen. Daarna lopen we het supersteile straatje uit dat we ook nog kennen van een vorig bezoek.
Toen konden we nog fietsen, op twee aparte fietsen, maar met de tandem moeten we dit keer lopen. Eenmaal weer op de hoofdweg volgt een mooie klim naar de Puerto Navazo.
Ook dit keer weer veel herinneringen aan voorgaande keren (1995 en 1998).


Het is hier een mooi bosgebied en we fietsen met plezier. De afdaling gaat prachtig en brengt ons bij hotel Los Caños de la Alcaicería, waarover we in ons vorige hotel al informatie hadden gevonden.

Puerto Navazo
Puerto Navazo

Het is erg rustig, we zijn waarschijnlijk de enige gasten, en dat verklaart waarom we even moeten wachten op de kamer, want die moet nog worden opgemaakt. Als dat gebeurd is, komen we in een kamer met mooi balkon, maar ook met een legioen aan vliegen! De spuitbus met insecticide staat voor ons klaar, en die was ook al hevig gebruikt. Zonder resultaat. We gaan gewoon op jacht en slaan er 10-tallen dood.
We maken later een fantastische wandeling in het aangrenzende natuurgebied, en het is jammer dat we hier niet vroeger waren, want je kunt er erg mooi wandelen. We eten later in het hotel eenvoudig maar lekker. Het is 's-nachts helemaal helder en de vollemaan is volop aanwezig. Koud! Jammer is dat er voor morgen regen wordt voorspeld.



La Alcaicería – Colmenar

Puerto Natural is koud
Als we hier aankomen is het nog flink koud…

27/10 – 53 km.
Het is een prachtige, blauwe lucht als we opstaan, en de voorspelde regen is ook alweer uit het weerbericht verdwenen! We krijgen een heerlijk ontbijt.

Als we wegrijden is het 5° en alle truien en jassen gaan aan. We dalen licht naar Ventas de Zefarraya toe en in de wind en de mistvelden is het steenkoud, ook de capuchons zijn nodig! We rijden in een vallei, die in feite één grote groentekwekerij is. In Ventas doen we boodschappen en rijden dan naar de indrukwekkende 'Puerto Natural' toe aan het eind van het dorp. Vandaar heb je van een hoogte van ruim 900 meter een fantastisch uitzicht over het hele kustgebied en met helder weer kun je Gibraltar zien liggen. Er ligt hier ook een oud spoorlijntje; het zou mooi zijn als dat in de toekomst een Via Verde zou worden.
Wij komen nu uit een koude en mistige hoogvlakte en in de afdaling die voor ons ligt staat de zon al flink te schijnen. Omdat het uitzicht hier zo prachtig is, dalen we langzaam en stoppen veel voor het maken van foto's, en in de eerste 20 minuten gaat de temperatuur omhoog van 5° naar 20°! De kleren kunnen weer geleidelijk aan uit en in de zon is het nu heel aangenaam. We waren in 1995 voor het eerst hier, toen klommen we naar boven over een zeer slecht wegdek, en ook in 1998 was dat wegdek – toen daalden we – zeer slecht. Inmiddels is dat goed onderhanden genomen, maar er is ook veel meer verkeer dan in die jaren, vooral zware vrachtwagens, en er zijn toch wel stukken waar de weg ernstig is verzakt.

Jonne bij Puerto
…maar hier al niet meer.

Halverwege de afdaling nemen we koffie en daarna gaan we in zomerkleding verder dalen, om bij de afslag naar Periana te besluiten om daarheen te gaan. In veel zon klimmen we naar het stadje toe, dalen dan naar Baños de Vilo en klimmen weer naar Mondrón. Inmiddels is er nu meer bewolking en een vrij koude wind. Als we de Puerto Sabar oprijden is het nog heel aangenaam, maar dalend is het weer tijd voor bodywarmer en trui. In Riogordo is geen hotel te bekennen, en daarom gaan we toch maar weer naar Colmenar, waar we inmiddels voor de 4e keer in een hotel zullen overnachten.

afdaling
Afdaling Puerto Natural

De klim er naartoe is goed te doen en je ziet Colmenar al die tijd al hoog op de top liggen. In het stadje is enorm veel bijgebouwd de afgelopen jaren en het hotel waar we altijd hebben gezeten (Los Arrieros) lag vroeger buiten het dorp, maar bevindt zich nu tussen de bebouwing en er wordt nog veel meer bijgebouwd. Er zijn ook 2 hotels bijgekomen, en wij gaan nu Balcon de los Montes eens proberen. Een dit jaar geopend hotel, wel mooi, maar het mist het karakter van Los Arrieros. Er is een supermarkt bijgekomen tegenover het hotel, daar doen we boodschappen en we eten op onze kamer. Voor morgen wordt veel regen in de kustgebieden verwacht!



Colmenar – Málaga

zicht op malaga
Zicht op Málaga vanaf de Puerto de León

28/10 – 47 km.
Vannacht is de wintertijd weer ingegaan dus als we opstaan om 8u is het al weer licht, de zon staat flink te schijnen en dat slechte weer is nergens te zien. Wat zijn dat voor weerberichten hier?
We rijden om 9.30u weg en klimmen in stralend weer naar de Puerto de León over een geheel vernieuwd wegdek. We zijn ook vrijwel alleen en het is een prachtige omgeving. We twijfelen of het smalle weggetje zullen nemen, 1 km vóór de Puerto, dat naar de kust gaat, maar we kiezen toch voor de hoofdroute. En dat is nog steeds een fantastische afdaling. Vooral in dit heldere weer is het zicht op Málaga steeds indrukwekkend en we houden vaak stil voor kijkpauzes. De afdaling duurt 3 kwartier en dan komen we een heet en druk Málaga binnenrijden. 530 kilometer en 8700+ hoogtemeters rijker. →


Via Calle Victoria en het park bij de haven – waar het bruist van activiteit (zang en dans) – vinden we weer de 'rustige' route langs de haven en de boulevard de stad uit. Het fietspad langs de boulevard is er ook nog (en vol met skaters!)
Via wat omwegen bereiken we de weg naar het vliegveld én Guadalmar en we zijn om 14:00u weer in hotel Picasso. 600 kilometer gefietst deze vakantie. We maken nog een flinke strandwandeling naar Torremolinos, eten in een van de strandtentjes en lopen in de schemer weer terug.
De volgende ochtend zijn we snel op het vliegveld, maken de fiets weer in orde voor transport zonder doos, en zien hem later ook nog netjes het vliegtuig in gaan. Terugvlucht zonder problemen en aankomst op schiphol ook zonder vertraging. Om 18:00u zijn we weer thuis!


Eind oktober 2011 was ik voor een kort werkbezoek in Málaga en had toen een ochtend vrij. Met een collega heb ik een ATB gehuurd (in de Calle Victoria) en we zijn daarmee in stralend mooi weer naar de Puerto de León gereden. Het is nog steeds een prachtige klim, en zonder bagage is het een ontspannen ritje geworden! De afdaling was nu 20 minuten!
Met mijn mobiele telefoon maakte ik tijdens de klim onderstaande foto's.
ckv2011-marcpuerto-1 ckv2011-marcpuerto-4ckv2011-marcpuerto-2 ckv2011-marcpuerto-3

Laatste versie: 3 april 2024

Built with BBedit Terug naar de Indexpagina
Marc Zoutendijk – © 1993-2093
Hier is een mailformulier
powermacosx