De reis werd gemaakt in de periode van 28 augustus t/m 20 september. Voor deze periode hebben we gekozen om het te verwachten gunstige nazomerweer in de Pyreneeën en om de drukte toeristen te ontlopen. We overnachtten in hotels. We kozen voor de west-oost route omdat de kans op mooi weer aan de Middellandse zee groter is dan aan de Golf van Biscaye en we wilden de vakantie zonnig eindigen. Dat is uitgekomen! Het beginpunt van de reis was Hendaye, het eindpunt Narbonne. →
Heen en terugreis werden gemaakt met de fiets/slaapbus. Doel van de reis was in ieder geval de grote cols uit de Tour de France te beklimmen. Omdat het doel op onze tochten het fietsen zelf is (en niet hoe snel we boven zouden komen), had ik een route uitgezet met maximaal één grote col per dag. In totaal is 1036 km gefietst in 18 etappes. We hebben 16.000 hoogtemeters gedaan. De langste tocht was 80 km en de kortste (in de stromende regen) 25 km. De route ging langs de volgende plaatsen:
Het weer. Van de 20 fietsdagen waren er 2 waarin we in de regen hebben gefietst. Alle andere dagen waren droog. Soms met een dicht grijze lucht maar vaker was het zonnig tot stralend blauw. Het kon af en toe flink waaien. De temperatuurverschillen waren vrij groot op een dag. We vertrokken vaak gekleed in lange broek en trui maar verwisselden die dan voor korte broek en t-shirt zodra het warmer werd.
Ook de afdalingen waren vaak koud zodat we -eenmaal boven- vaak weer de lange broek aantrokken voor de rit naar beneden. Voor de fietstochten in de regen gebruikten we onze oude regenpakken (AGU en H.Hansen). In de regen bergopwaarts wordt de binnenkant van je pak net zo nat als aan de buitenkant! Handig waren de gamaches voor schoen en onderbeen; je moet ze echter wel bijtijds omdoen! Bij de afdalingen vormden de regenjacks wel een goede bescherming tegen de koude wind.
NB. De hieronder genoemde tijden zijn fietsuren zonder rustpauzes. Als er dus ergens staat dat we in twee uur naar boven rijden, dan betekent dat niet dat we om 10 uur begonnen en om 12 uur boven waren, maar dat we in totaal 2 uur op de fiets hebben gezeten en dat we heel goed ook nog 2 uur hebben kunnen gebruiken om te eten, kijken, uitrusten en genieten van het uitzicht!
De Marie Blanque (1035m) staat als eerste echte col op ons programma. Op de route van Mauleon naar Béost kom je eerst wat klein heuvelwerk tegen en eenmaal aan de voet van de Marie Blanque hebben we nog voldoende zin om door te gaan. Bij het vertrek uit Mauleon is het nog wat bewolkt en tijdens de koffiepauze valt er nog wat regen uit. Tijdens de klim is het helemaal opgeklaard en is het prachtig fietsweer. We rijden in 2 uur naar boven. Het laatste deel (na de 2 campings) is erg zwaar door het hoge stijgingspercentage. De afdaling is schitterend langs de bergweiden en beekjes.
De Aubisque (1709m) en de Soulor (1474m). Dit is een magnifieke tocht onder een stralend blauwe hemel en met een ideale temperatuur. We hebben er ongeveer 3 uur voor nodig. Het uitzicht boven is fantastisch. Het is er een drukte van belang. Tientallen fietsers doen vandaag dezelfde tocht! In de afdaling komen we wat koeien tegen, maar de tunneltjes waar Aardema voor waarschuwt zijn gelukkig 'vee-vrij'. De Soulor is niet echt een nieuwe beklimming maar meer een heuveltje in de afdaling. Deze afdaling (naar Argelès, 25 km) is zeer fraai. →
De Tourmalet (2115m). Vanuit Argelès gaat de tocht naar Luz over een tamelijk drukke weg waar het niet echt prettig fietsen is. Daar begint de klim naar de Tourmalet. Omdat de lucht dicht trekt en het mistig wordt, zoeken we in Barèges een hotel en vertrekken de volgende dag daar vandaan. Het gedeelte tot aan Barèges bevat behoorlijk steile stukken. Bij het vertrek is de lucht nog bewolkt en de Tourmalet ligt met zijn kop in de wolken. Gedurende de klim breekt de lucht af en toe open en schijnt de zon. We bereikten de top in ongeveer 2 uur. Op de top waait het hard, en is het koud en nevelig. Gelukkig is er een restaurant. Als we na een uur vertrekken hangt er een dichte mist met een zicht van minder dan 5 meter! Van de hele afdaling naar St. Marie de Campan zien we niet veel meer dan onze voeten en het wegdek! Voorzichtig rijden is noodzakelijk omdat hier vee op de weg loopt! Pas de volgende dag zagen we (onder een stralend blauwe lucht, en vanuit de verte) hoe mooi de Tourmalet is. Hourquette d'Ancizan (1560m). Na de Tourmalet wordt vaak gekozen voor de Col d'Aspin. Wij kiezen voor de tocht naar 'Le Sarrat de Bon' en daarna voor de Hourquette. We rijden een onwaarschijnlijk mooie en stille tocht met prachtige weer. Zeer heftig klimwerk zit er af en toe in, maar het is de moeite meer dan waard. We rijden door prachtige weidse velden met vee en bloemen en de afdaling is afwisselend en steil.
De Peyresourde (1596m). Bij het vertrek vanuit Guchen naar Arreau is het zo koud in de schaduw van de bergen dat we trui, jack en regenjack aandoen tegen de snijdende wind. Vingers en oren doen pijn van de kou! Na Arreau fietsen we echter in de volle zon en wordt het lekker warm. Door het heldere weer kunnen wij kilometers ver zien. Op de Col eten wij een pizza en een crèpe. Ook de afdaling is weer de moeite waard.
Col de Menté (1349m), Col de Portet d'Aspet (1069m). Op onze tocht over de Pyreneeën zagen we geleidelijk de omgeving veranderen. Hier in de centrale Pyreneeën zijn flora en fauna, maar ook bergen en huizen totaal anders dan b.v. in Baskenland. De Col de Menté is een pittige klim naar een verlaten top waar veel koeien met enorme bellen rondlopen! Na de afdaling doen we de Portet d'Aspet er nog even achteraan. Niet zo gek hoog maar zeer steil (stukjes met 17%)! De afdaling gaat door een prachtig bosrijk gebied. We stoppen halverwege de afdaling in St.Lary in een kleine Auberge waar we heerlijk eten en kunnen slapen. 's-Nachts begint het te regenen en dat doet het de volgende dag ook nog. Omdat de streek erg verlaten is, er weinig kans is om een hotel te vinden en omdat de weersvooruitzichten ongunstig zijn, besluiten we het dal uit te fietsen naar de voet van de Pyreneeën om daar beter weer af te wachten. We komen terecht in St. Girons. Het regent daar de hele dag en de erop volgende nacht ook nog. In totaal regent het zesendertig uur achter elkaar, maar daar kunnen we er ongeveer vierentwintig van slapen! De volgende dag vervolgen wij onze tocht over de 'voeten' van de Pyreneeën naar Foix (zie opmerking onderaan). Tijdens deze etappe klaart het weer helemaal op. Na Foix gaan we naar Tarascon waar we de grotten van Niaux bezoeken. De moeite waard. Je kunt bij de VVV reserveren want er kunnen maar 20 mensen tegelijk de grot in.
Col de Marmare (1361m), Col de Chioula (1431m). Vanuit Tarascon volgen we via Bompas en Cazenave de Route de Corniches. Een prachtige tocht door de bergen met zeer steile wanden aan weerszijden van de weg. Luzenac ligt fraai zichtbaar in een dal. De klim naar de Marmare is lang en niet steil: 8 km en maximaal 6%. Dat doen wij op ons gemak. Daarna nog even door naar de Chioula en een magistrale afdaling (12 km) naar Ax les Thermes!
Col de Pailhères (2001m). Een niet zo erg bekende reus. Vanuit Ax eerst een stukje klimmen over de weg die we de dag ervoor afgedaald zijn. Daarna richting Ascou-Pailhères. Een berg met een aantal genadeloze stukken maar met schitterende uitzichten. Een berg waar we van hebben genoten. Een paar honderd meter voor de top ligt in Ascou-Pailhères een Crèperie waar je overheerlijke crèpes met kaas kunt eten. Op de top genieten we van het uitzicht, kijken naar de veertien haarspeldbochten die aan onze voeten liggen en waar we zometeen overheen zullen gaan. Er is tijdens die afdaling veel losse steenslag! Via Mijanes gaan we richting Quérigut waar het hotel vol blijkt te zijn. Gelukkig volgt er een afdaling van 30 km naar Axat via de prachtige Gorge de l'Aude. In Axat zijn voldoende hotels maar doorgaan tot Limoux is ook mogelijk. In totaal kun je zo'n 75 km stroomafwaarts langs de l'Aude rijden! Na deze laatste col verlaten we de Pyreneeën en trekken nog een paar dagen rond in de Corbières waar net de druivenpluk begint.
De Wegen. Over het algemeen hebben we geprobeerd om de drukke autowegen te vermijden. Dat kan voor sommige noord/zuid verbindingen niet altijd omdat het ook de toegangswegen naar en van Spanje zijn. Bij de west/oost verbindingen kun je soms uit alternatieven kiezen maar er gaat uiteindelijk maar één weg over de Tourmalet! Omdat er weinig toeristen waren hebben wij niet veel last gehad van het verkeer. Wel is het zo dat alle Franse auto's enorme rookwalmen achterlaten die op de bergwegen vervelend kunnen blijven hangen. De kwaliteit van de wegen is goed. Met een ATB kun je ook op de onverharde bergwegen goed 'uit de wielen'. Op de drukkere wegen, met name rond de steden, is het rampzalig fietsen. Fransen automobilisten houden geen rekening met andere weggebruikers.
Opmerking 2023:
Op veel plaatsen zijn er in Frankrijk goede fietspaden gekomen, veelal op voormalige spoortrajecten. Ik heb die trajecten ook opgenomen op het kaartje aan het begin van dit verhaal. Maar in 1992 reden wij dus heel vaak nog over de D-wegen in de buurt van die fietspaden!
Laatste versie: 30 juli 2023
Terug naar de Indexpagina Marc Zoutendijk – © 1993-2093 Hier is een mailformulier |