In 2002 waren we in het voorjaar en in de zomer al in Spanje, en nu wilden we ook in de herfst nog eens een korte tocht maken. Zowel in het voorjaar (rond Alicante) als in de zomer (Cantabria) hadden we te maken met nogal wisselvallig weer en met name in de zomer met erg lage temperaturen. Deze herfstvakantie van 21 t/m 28 oktober hadden we prachtig weer en hebben we heerlijk gefietst. Een paar kleine buitjes zijn wel gevallen, maar vergeleken met de andere vakanties stelde dat niets voor. Vooral de temperatuur was heerlijk, tot zo'n 25°.
Voor deze tocht hebben we weer gekozen voor Andalucia omdat daar de kans op mooi weer het grootste is. Vanuit Málaga reden we naar de Sierra Subbética (ten zuiden van Córdoba) in 3 dagen tijd en via een andere weg weer terug. We hadden maar een weekje om te fietsen.
De Sierra Subbética is een erg mooi gebied en we hebben weer ouderwets lekker gefietst over volkomen verlaten weggetjes en door prachtig stille gebieden.
De gebruikte kaarten:
20 oktober, 2500 km
Omdat er geen treinverkeer is tussen Utrecht en Schiphol moeten we op een andere wijze op Schiphol zien te komen, en ik vraag mijn broer om ons met de auto te brengen. Je vraagt je wel af hoe ze er bij de NS toch opkomen om in een drukke vakantieweek het treinverkeer naar Schiphol stil te leggen!
Op Schiphol weer twee gewone fietsdozen opgehaald en daarvan een tandemdoos gemaakt. Overigens moet je voor de tandem eigenlijk het tarief betalen (aan Transavia!) dat voor twee fietsen geldt (€90,–), maar op schiphol zelf blijkt iedere keer maar het tarief voor één fiets te worden berekend.
In Málaga aangekomen doen we verwoede pogingen om de fietsdozen ergens gestald te krijgen. Diverse reisagenten, de douane, de schoonmaakploeg enz, maar het lukt niet. En het bagagekantoortje buiten het luchthavengebouw (dat ik in 1998 had ontdekt) is inmiddels ontmanteld! Wij laten de dozen gewoon buiten achter en zullen over een week wel zien hoe we die tandem weer mee terugnemen!
Het is inmiddels gaan regenen en in onze regenkleding fietsen we snel naar het Parador del Golf. De regen is niet erg hevig, en bij aankomst is het eigenlijk al weer droog. In 1998 waren we voor het laatst in dit Parador, maar ze blijken ons nog te kennen! We eten wat van ons meegebrachte voedsel en gaan lekker slapen. Er valt 's-nachts af en toe een flinke bui.
21 oktober, 77 km
Als we opstaan valt er nog steeds wat regen, maar er zijn ook opklaringen te zien. Na een goed ontbijt rijden we om 10.45u weg in de richting van Churriana en na één kilometer valt er al een flinke bui! De regenkleding hadden we uit voorzorg al aangetrokken. De temperatuur is echter heel aangenaam, en de bui duurt niet erg lang. We slaan af in de richting van Cártama. Er wordt hier druk aan de weg gewerkt die naar Ronda moet gaan, en na de afslag naar Estación de Cártama komen we in een rustiger stuk terecht. We doen in het plaatstje nog wat boodschappen en rijden dan in de richting van Álora. Er valt nog één bui vandaag, daarvoor schuilen we mooi in een bushuisje en dan gaan we over een fraai weggetje op weg in steeds meer zon en aangenaam fietsweer met temperaturen tot 25°! Het wegdek zelf is niet al te best. Bij Álora aangekomen staan we voor de keus: hier blijven (we waren er al twee keer eerder) of doorgaan naar Antequera zodat we morgen al wat verder op onze route kunnen komen?
Omdat het pas 14.00u is besluiten we door te gaan. Na Álora is het landschap onveranderlijk erg mooi en woest en er zitten tot aan Valle de Abdalajis een paar stevige klimmetjes in maar ook weer met mooie afdalingen. Na Valle de Abdalajis wordt de klim gelijkmatiger en zitten er ook hele stukken vlak in.
10 km voor Antequera begint een flinke afdaling onderbroken door wat licht klimwerk en om 18.30u rijden we bij hotel Colón voor. Het is een hotel in een prachtig historisch pand met een indrukwekkend trappenhuis. De warmwatervoorziening is nog van vóór de wereldoorlog (de éérste!): na 10 minuten komt er wat warm water uit de kraan, maar we kunnen ons er net mee wassen.
We eten later in een bar wat gevarieerde tapas en gaan bijtijds slapen na het weerbericht voor de komende dagen te hebben bestudeerd, en dat ziet er zeer veelbelovend uit.
22 oktober, 66 km
Er is bij het vertrek om 9.30u aanmerkelijk meer bewolking dan het fraaie weerbericht van gisterenavond deed verwachten! We dalen via de N334 de stad uit en bij de brug over de Rio Guadalhorce nemen we de afslag vóór die brug, omdat volgens de kaart er een weg loopt naar Mataliebres en Cartaojal die via deze afslag is te bereiken. Maar na 3 kilometer en diverse afslagen te hebben geprobeerd keren we weer om, want we gaan overal heen behalve naar de weg die we dus zoeken. Inmiddels is het wel gaan regenen! Terug bij de brug blijkt er direct ná die brug ook een afslag te zijn, en deze blijkt wél aansluiting te geven op de weg die we moeten hebben. Overigens is de beroemde 'slapende reus' uit Antequera (een karakteristieke berg met het profiel van een reus die op zijn rug ligt te slapen) hier overal goed te zien, want we rijden er zowat helemaal omheen.
We passeren de A92 en rijden door de regen naar Cartaojal waar we in een bushuisje een korte eetpauze nemen in de felle zon die inmiddels is gaan schijnen!
We rijden dan, klimmend en dalend, door naar de M206 en via die weg snel naar Villanueva de Algaidas waar we in het stadspark (met zwaar gehavende banken) onze lunch gebruiken. Daarna staat de beklimming van de Puerto Mateo (700m) op het programma.
Daarvoor moeten we eerst klimmen, daarna dalen naar het rivierdal en dan een pittige klim waarbij het laatste gedeelte tot 9% gaat. Het gebied is erg mooi en rustig. Na de Puerto volgt een afdaling van ruim 250m, opnieuw een klim en ook opnieuw een regenbui die ons tot aan onze aankomst in Cuevas de San Marcos (voornamelijk dalend) zal begeleiden. We lassen een regenpauze in voor wat warme thee in een bar, en als het weer droog is zetten we aan voor het laatste stuk. De weg loopt nu via het Embalse de Iznajar door prachtige bossen met cypressen en eucalyptus. Tot nu toe reden we vooral door de olijfboomgaarden die overigens heerlijk ruiken, ook omdat langs de route veel olijfoliefabrieken staan die nu druk bezig zijn de oogst te verwerken.
Na de stuwdam volgt een 5 km lange klim naar de A334 over een sprookjesbosweg. Het waait hard, maar we hebben de wind in de rug. Na de aansluiting met de A334 dalen we weer wat, maar daarna moet er weer worden geklommen naar Rute waar we om 17.30u aankomen en in Hotel Maria Luisa een aangename kamer krijgen met een klein balkon waarop we nog wat van de laagstaande zon kunnen genieten. We eten in het dorp eenvoudig bij een bakkerszaak die ook lekkere warme broodjes heeft. De tandem staat veilig in de garage van het hotel.
23 oktober, 60 km
Om 8 uur worden we wakker en het is nog vrij donker, geheel grijs, nevelig, koud en dreigend! Het weerbericht gisterenavond beloofde stralend weer, wat is er met Spanje aan de hand? We doen het rustig aan, ontbijten op ons gemak en als we om 10.20u wegrijden is het droog, zonnig én veelbelovend!
Via de de CV220 rijden we stevig klimmend het dorp uit en komen even voorbij het dorp in de prachtige wereld van het Parque Natural Sierras Subbéticas terecht. Het is stil, de natuur zeer divers (vooral ook veel heerlijk geurende anijs in de bermen) en het weer is nu fantastisch. Alleen in de afdaling hebben we nog een trui nodig, maar we rijden ook prachtig klimmende stukken waar we het heet hebben. Voor het eerst in de ruim 10 jaar dat we nu Spanje bezoeken, zijn we ook getuige van het plukken van de olijven. Dat gaat met een soort (met bezinemotortje aangedreven) schudarm die de takken flink schudt, maar ook met de hand met de hulp van een soort 'olijvenkam' die door de volle takken wordt gehaald. Onder de boom ligt een groot net dat alle gevallen olijven opvangt. Als alle olijfbomen op die manier gedaan moeten worden...? Bij Los Villares slaan we af naar Carcabuey waar we het dorp inklimmen om op de rondweg onder het kasteel, mooi uitkijkend over het dal, onze lunch gebruiken. Vanuit deze positie kunnen we de A340 zien liggen die we over moeten steken. Als je de rondweg vervolgt moet je de eerste afslag rechts nemen die via een smal straatje het dorp verlaat. Wij rijden een afslag verder en komen zodoende ook op de A340 een afslag te ver uit. Dat is een onverharde weg die uiteindelijk ook in Zuheros uitkomt, maar wij willen nu nog de verharde route rijden dus moeten we een stukje terug over de autoweg.
Er is gelukkig nauwelijks verkeer en we zijn snel bij de afslag naar Zagrilla. Opnieuw een verrassende natuur, mooie weggetjes en ongelooflijk stil. Een klein stukje 15% en in Zagrilla staat een prachtige Villa Turistica, maar wij willen verder en over een mooie bergweg rijden we naar El Esparragal waar we rust/eetpauze houden, uitkijkend over het fraaie dal (waarvan we nog niet weten dat we overmorgen aan de andere zijde onze route terug rijden). We dalen nu zo'n 170 meter en komen bij Fuente Alhama (ook: Aljama) waar de afslag naar Luque is. Het laatst stuk voor vandaag is een 8 kilometer lange, gestage klim naar de Puerto de Malos Vientos. Een paar stevige stukken, maar ook wat dalen. In Luque de afslag naar Zuheros nemen en op de vorksplitsing het lange steile straatje linksaf nemen. Bij het pleintje boven rechts houden, weer een stevig stuk dalen en tenslotte – op de splitsing links aanhouden – weer klimmen naar het prachtig tegen de bergwand aanliggende Zuheros. (In 2007 zullen we hier beneden langsrijden over de Via Verde de Subética)
In dat dorp weer onbegaanbaar steile straatjes (30%) en ook een leuk Hotel Zuhayra vlak bij het kasteel. We besluiten hier twee dagen te blijven om ook wat te wandelen en we doen in het dorp inkopen en verkennen wat. Deze streek is beroemd vanwege de geitenkaas, en 's-avonds hebben we bij het diner een heerlijk gegrild exemplaar in de salade.
24 oktober.
De Cueva de los Murciélagos (grot van de vleermuizen) ligt aan het eind van een 4 km lange wandeling langs een steile weg het dorp uit. Het is een mooi stil gebied, rotsachtig, grillig en groen. De zon gaat nog schuil achter een flink wolkendek en het is aangenaam van temperatuur. De grot zelf valt een beetje tegen, heel veel valt er niet te zien en de vleermuizen zijn al jaren geleden verdwenen. Na de grot lopen we een prachtige tocht langs de rivier de Bailon door een overdadige groene wereld langs het water. Het is wonderbaarlijk. Langs de rivier is een aantal grotten en in een ervan zijn bergbeklimmers bezig met klimoefeningen.
Het weer is steeds beter geworden en we lopen inmiddels onder een strakblauwe lucht in de hete zon. We eten 's-avonds in het dorp opnieuw een salade met geitenkaas en een heerlijke soep.
Tijdens het eten komen we erachter dat we door hier te blijven een fietsdag hebben verspeeld, en dat we nu morgen hoe dan ook naar Loja moeten fietsen.
25 oktober, 88 km
Bij het opstaan is het stralend blauw en dat zal het de hele dag blijven met temperaturen van 13° tot 28°. We rijden om 9.25u weg, of liever gezegd: we duwen de tandem een paar straatjes omhoog! Daarna een snelle afdaling en een pittige klim naar Luque, dan het dorp weer uitvallen en een korte klim naar de Puerto de Malos Vientos. De weg van twee dagen geleden mogen we nu mooi afdalen (alhoewel er toch nog weer in moet worden geklommen!) naar Fuente Alhama. In de gorge vlak voor het dorp is het steenkoud! We komen dan de terecht op het mooie rustige weggetje naar Priego de Cordoba dat parallel loopt aan de weg die we eergisteren hebben gereden, de CV230. Er zit een behoorlijk lange klim in dit stuk maar het is nergens echt zwaar. Naar Priego toe dalen we eerst weer een mooi stuk, maar daarna moet er weer worden geklommen! Alle dorpjes liggen hier op een heuvel! Priego is een vreselijk druk plaatsje en dat is iedere keer weer wennen als je al dagen in stilte en verlatenheid rondfietst. Er is een beroemde fontein, de Fuente del Rey, en daar houden we een mooie lunchpauze. Jammer dat de fontein – met 180 stralen – niet werkt. Hij ligt wel mooi in de schaduw en klaarblijkelijk is het hier zomers nog veel drukker want er staan allemaal tribunes om de fontein heen. We vervolgen onze weg nu in de richting van Algarinejo. Een mooi en gevarieerd stuk met zeer wisselende begroeiing en ook heel wisselend wat klimmen en dalen betreft. Soms stevig, soms rustig, maar meer klimwerk dan we verwacht hadden, en pas in de laatste kilometer dalen we echt naar Algarinejo, dat dus niet op een heuvel ligt maar in het stroomdal langs de Rio Turca. De weg slingert na het dorp via een paar grote bogen en haarspeldbochten verder. In de bocht bij de rivier lassen we weer een eetpauze in (we zijn alweer 2 uur van Priego verwijderd) en daarna beginnen we aan de pittige klim die ons in 6 km ruim 300 meter laat stijgen. Het is een mooi stuk en je houdt steeds een verrassend zicht op Algarinejo dat steeds meer in de diepte verdwijnt maar hemelsbreed eigenlijk steeds evenver weg blijft.
Op het hoogste punt opent zich vanaf de bergrug een prachtig gezicht op de bergen rond Málaga en de Sierra Nevada! Geen sneeuw te zien daar! De weg gaat nu afwisselend dalend en klimmend verder en pas na Ventorros de San José volgt de echte afdaling naar Loja.
Bij het naderen van Loja wordt de omgeving een stuk lelijker, er wordt overal aan de weg gewerkt, het is een industriegebied en de autovia loop hier vlak langs. In Loja zitten we weer in hotel Del Manzanil waar we in 1997 ook hebben gezeten. De fiets kan ook nu weer in de garage.
De tocht was vandaag erg mooi met heerlijke fietsweer, vrijwel geen wind en er was bovendien nauwelijks verkeer.
We eten uitstekend in het restaurant van het hotel.
26 oktober, 50 km
We staan op ons gemak op, ontbijten op de kamer en rijden – na een bezoek aan de supermarkt – om 11 uur over de oude hoofdweg het dorp uit. Deze weg loopt parallel aan de nieuwe autovia (die in 1997 nog in aanleg was) en je rijdt in feit bovenlangs het dorp uit. Bij de aansluiting op de autovia nemen we de afslag naar de Puerto Alazores. De klim naar de Puerto is ruim 19 km lang en voert in het begin door een licht bollend landschap. De lucht is blauw, het is warm en er staat een lichte bries.
De weg draait dan een prachtig weids dal in waarin het fantastisch klimmen is en we maken een mooi gemiddelde (nog niet wetend dat dát - door omstandigheden buiten onze schuld - later deze dag flink zal teruglopen!)
De beelden van 1997 en 1998 komen weer boven. Vooral in 1998 toen we hier in het voorjaar waren, was de bloemenzee overweldigend! Nu is het wat kaler, maar er staan nog steeds planten in bloei. We lassen weer een eetpauze in en draaien dan de laatste grote bocht in voor de top. Halverwege worden we gewaarschuwd, door een automobilist die van de andere kant komt, dat de weg verderop is afgezet, maar onduidelijk is wat daar de reden van is en waar die afzetting dan precies is. Omdat we ook geen borden hebben gezien en er bij Alfarnatejo nog een splitsing is, besluiten we door te gaan. De rest van de klim verloopt voorspoedig en er is – ogenschijnlijk – niets aan de hand. De afdaling is erg mooi naar Alfarnatejo en voert ons door een prachtig gebied. →↑
Op de kruising naar de M511 en het weggetje (A4152) waarover ik in 1998 zo enthousiast was, staat nu een blokkade van de politie! Wat blijkt? Er is een autorally aan de gang, en vanaf hier zijn zowel de weg naar Colmenar via de M511, als de weg via de Puerto Sabar (het door mij bedachte alternatief) afgesloten tot een uur of 8 vanavond!! Wat nu te doen? We kunnen terug en dan via Villanueva del Rosario naar Colmenar (of zelfs Málaga), maar we hebben geen zin om weer die klim te maken die we net zo prachtig hebben afgedaald.
Van de politie mogen we echter wel lopend over de afgesloten weg (dat doen veel anderen ook) als we maar aan de kant gaan staan zodra de auto's gaan rijden. En zo gaan we dan op pad, de tandem tussen ons in over een weggetje dat vráágt om te worden befietst, wat een idiote situatie! We passeren een tweede politiepost en even daarna zijn er tekenen dat de eerste auto's er aan zullen komen en we zoeken een mooi plekje op langs de kant van de weg, benieuwd naar wat er komen gaat. Een scheurende colonne met wild botsende auto's? Een woeste race? Gevaarlijke inhaalmaneuvres? Over de kop slaande voertuigen? Niets van dat alles: de auto's rijden één voor één een bepaald traject, en moeten dat in een zo snel mogelijke tijd doen. Dat houdt in dat er ongeveer iedere 1 à 2 minuten een autootje voorbij komt scheuren dat de bermen kapot rijdt, sterk afremt voor de politiepost (daar moeten ze een stempeltje halen) om dan weer door te scheuren. Er zijn 100 deelnemers en we zitten daar dus bijna 2 uur zinloos langs de kant van de weg!↓←
Dan lijkt het rustig te worden en vertrekken we. De stukken waarop we kunnen overzien wat er nog aan komt (wagens van de wedstrijdleiding of politie) stappen we op de fiets, op andere trajecten lopen we maar weer even want dat is de afspraak met de politiepost die ons doorliet. En dat lopen is maar goed ook want er is onverwacht weer een politiepost om een hoek waar we gelukkig lopend aan komen. Wij leggen uit wat er aan de hand is, dat we toestemming hebben en dat we vanavond eigenlijk nog in Málaga moeten zijn. Ze zoeken contact met de andere politiepost en ja hoor, we mogen verder lopen! Dat doen we, maar zodra ze uit het zicht zijn springen we weer op de fiets, want we willen wel een beetje opschieten omdat om 18.00u de auto's weer van de andere kant af vertrekken om nogmaals hier langs te komen. De weg is trouwens behoorlijk beschadigd aan alle bermkanten en overal ligt gruis en steen. We karren voort en opeens komt er een politieauto van de andere kant af die we niet op tijd hadden gezien!! We moeten stoppen, er stapt een woedende agent uit die ons direct naar de kant sommeert en niets heeft te maken met ons verhaal van de toestemming van de overige posten onderweg: HIJ is de baas!! We halen nu al onze overtuigingskracht uit de kast en proberen in ons beste Spaans hem te overtuigen van de noodzaak dat we verder moeten. We zeggen maar dat vanavond nog ons vliegtuig vanuit Málaga vertrekt en dat we dat anders nooit meer halen. Hij hoort ons aan, duikt zijn auto in gaat bellen en roept op een gegeven moment 'Venga, venga!', het sein dat we door mogen.
Wij stappen gelijk op voordat hij zich weer bedenkt en racen nu dalend en klimmend naar het eindpunt van deze ellende. Op het laatst zitten er stevige stukken 15% (dalend) in, het publiek voor de rally begroet ons overal met gejuich (en loopt bovendien ook op de weg) en dan zijn we bij de aansluiting met de weg naar Colmenar waar we weer normaal op de fiets kunnen zitten.
Het laatste stuk is snel gedaan en om 18.45u rijden we bij ons hotel naar binnen. De eigenaar herkent ons probleemloos, we waren hier al 3 keer eerder! Er is wat verbouwd waardoor er nu een mooi stuk overdekt terras is bijgekomen waarin ook een kleine eetzaal is ondergebracht. Daar eten we 's-avonds een goede maaltijd.
Vandaag hebben we bijna 8 uur gedaan over 50 km, en daarvan hebben we 3.5 uur stilgezeten om naar stomme autootjes te kijken! Toch blijft dit weggetje onvoorstelbaar mooi, en ik weet zeker dat ik bij een volgend bezoek aan deze streek eens een keer vanaf de andere kant wil rijden. Dan wel eerst even checken of er misschien een rally is!
Opmerking 2011:
Via Google Streetview gezien dat het het weggetje (A4152) er nog steeds vrij rustig bijligt en niet al te zeer onderhanden is genomen door de wegenbouwersmaffia. Dat is goed nieuws, want nu kan ik ook eens gaan proberen het van de andere kant af te gaan rijden.
Opmerking 2019: En dat is gelukt in 2019! Het is nog steeds een fantastisch weggetje!
27 oktober, 47 km.
Vannacht is de wintertijd weer ingegaan en als we om 7.30u opstaan is het al aardig licht en de zon schijnt volop. Inpakken, ontbijten en dan een hartelijk afscheid. De klim naar de Puerto del León is 15 km lang en kent toch nog flink wat steile stukken (10%–12%). We weten aardig door te stampen en halen een gemiddelde van 9 km/u al klimmend! Gisteren heeft de rally hier gereden en dat is goed te merken aan het wegdek dat ook weer flink beschadigd is en vol met gruis ligt.
De fontein op de Puerto staat droog! Vandaag rijden tientallen fietsers naar boven (en ook weer naar beneden aan dezelfde kant) en het is er sportief druk. De auto's die er ook rijden moeten nu voor de fietsers oppassen. De rest van de prachtige afdaling (bijna 900m hoogteverschil, zonder één keer te trappen) gaat probleemloos in prachtig weer. Vooral het uitzicht op de haven en de stad is indrukwekkend.
In Málaga zelf rijden we weer de route langs de haven en de boulevard die goed te fietsen is. Alleen het stukje rond het vliegveld moeten we weer de hoofdweg op. Om halftwee zijn we in het parador waarvandaan we later nog een mooie wandeling maken langs de windstille en warme Middellandse zee. We lopen tot Punta Negra en weer terug, ons niet bewust dat op ditzelfde moment in noord-Europa een zware storm woedt die aardig wat schade aanricht! (Bij thuiskomst blijkt onze schutting te zijn omgewaaid). Die storm zorgt de volgende dag ook voor een ontregeling van het vlieg– en treinverkeer, want ons vliegtuig vertrekt met ruim een uur vertraging. Bij aankomst op schiphol moeten we ook in propvolle, vertraagde treinen (in de spits) thuis zien te komen, maar dat lukt. Zodoende kon ik dit verhaal schrijven.
Laatste versie: 15 november 2024
Terug naar de Indexpagina Marc Zoutendijk - © 1993-2093 Hier is een mailformulier |