Voor de fietstocht van dit jaar had ik een aantal plannen in gedachten die we pas ter plekke verder zouden bekijken en uitwerken, afhankelijk van de omstandigheden. Daarbij speelde de temperatuur, de zwaarte van het traject en de overnachtingsmogelijkheden een rol. Alle tochten zouden in Málaga beginnen.
Mogelijkheden waren:
Voor alle varianten zou het uiteindelijk doel zijn om via Cuenca en Teruel naar het noorden te gaan en dan mogelijk via de Pyreneeën bij Perpignan uit te komen om dan richting Rhônedal te gaan. Hierbij zouden we ook trajecten met de trein doen.
Uiteindelijk kozen we - eenmaal in Málaga - voor variant 2 omdat in Spanje extreem heet weer werd verwacht (wij hebben in 43º gefietst!) en lange en zware klimpartijen onder die omstandigheden niet onze voorkeur hadden.
Als eindpunt voor het eerste deel van onze tocht had ik daarom Valencia gepland en daar zouden we het vervolg uitwerken na een paar dagen in die stad te hebben doorgebracht met museumbezoek.
Helaas zijn we ook niet verder dan Valencia gekomen en zijn we vandaar direct naar Eindhoven teruggevlogen. Door een ongelukkige val van Jonne (op de Via Verde de la Sierra de Alcaraz) was verder fietsen niet mogelijk en zijn we dus maar 2 weken in plaats van de geplande 5 onderweg geweest.
De pijltjes ↓ ↑ ← → aan het eind van sommige tekstkolommen geven aan of je voor het vervolg naar beneden/boven of naar links/rechts moet lezen. Een foto over de gehele breedte is altijd een scheiding (einde van hoofdstuk). Combinaties zijn ook mogelijk: →↑ betekent dat je in de rechterkolom weer helemaal bovenaan verder moet lezen.
Foto's
De foto's die op deze pagina staan, zijn met verschillende camera's gemaakt en daardoor niet allemaal van dezelfde kwaliteit en kleurruimte. De meeste foto's zijn gemaakt met een kleinbeeldcamera, maar ik heb ook foto's gebruikt afkomstig van mijn Garmin Virb Elite actioncam die ik (tbv. Mapillary) op mijn stuur heb gemonteerd. Sommige foto's tenslotte zijn met een iPhone gemaakt.
De fietsen heb ik ingepakt in dozen en precies op maat (maximaal 180cm lang) zodat ze op vliegveld Eindhoven direct op de band kunnen. De chauffeur van het taxibedrijf die ons op komt halen, heeft echter niet goed geluisterd toen we de bus bestelden, want hij komt met een 8 persoonsbusje met 8 stoelen waar voor de fietsdozen geen enkele plaats meer is! Met een hoop gedoe weten we uiteindelijk de dozen in de auto te krijgen, maar het maakt het begin al direct onrustig!
Inchecken daarna in Eindhoven gaat verder prima. We ontmoeten nog fietskennissen die net terugkomen uit Valencia. Ze hebben de Route de El Cid gereden.
Ze vertelden wel over grote problemen met de scanners in Valencia waar hun fiets niet doorheen ging. Voldoende aanleiding om in iedergeval onze terugvlucht niet via luchthaven te laten lopen…
Ons vliegtuig heeft rugwind en we zijn 20 minuten vroeger in Málaga. De fietsen komen snel en onbeschadigd door en om 18.50 staan we rijklaar waarna we in heerlijk weer (22º) naar hotel Picasso in Guadalmar-San Julian rijden. We waren al eerder in dit hotel en het is een aantrekkelijk startpunt. De fietsen staan buiten voor onze slaapkamer.
We zijn op om 6.45u. Het is nog donker! Eigen ontbijt.
We rijden om 8.40u weg en gaan eerst langs de boulevard van Guadalmar om de zee te zien en kunnen daar direct op het fiets/wandelpad komen dat ons langs en óver de Rio Guadalhorce voert. We rijden in feite de hele monding van deze rivier rond. Aan Guadalmarzijde in noordelijke richting, in Málaga in zuidelijke richting. Daarbij rijden we aan Málagazijde over deze route verder, tot we bij de afslag bij Butano komen waar we op het fietspad langs de boulevard verder naar het centrum rijden. We doen hier nog nog wat boodschappen voor onderweg.
In het drukke voetgangersgebied werken we ons langs het Alcazaba en via Calle Victoria beginnen we aan de klim van de Puerto del Léon, een goede bekende van ons!
Direct al in het begin zit een steil stuk dat we in de hitte gaan lopen, vooral ook omdat we eigenlijk eerst wat zouden moeten eten, want dat is er in de drukte van de stad wat bij ingeschoten. We worden op onze wenken bediend: in de eerste bocht die we lopen zit al een restaurant waar we een halfuur de tijd nemen voor eten en drinken.
Aangesterkt gaan we dan verder, veel herkennend van eerdere tochten (ik was er zelf voor het laatst met een bezoek van mijn vakgroep aan Málaga, waar ik met een collega op huurfietsen de klim heb gemaakt).
Het is warm, 28º, en de stijging wisselt van 3%-10% wat het fietsen vermoeiender maakt. We hebben uiteindelijk ook vrijwel niet getraind in de voorafgaande weken in Nederland. Gelukkig staat er een verkoelende zeewind waardoor het nog goed te doen is. Om 13.30u zijn we bij het Mirador op 500m hoogte waarna we de 2 grote lussen gaan doen (de Helicoïdes, zie kaart). Het is trouwens erg rustig onderweg en we worden slechts door een enkele auto gepasseerd. Fietsers zien we niet.
Om 16.20 zijn we op de Puerto die volgens het bord 900 meter hoog is, maar in werkelijkheid 922 meter. De omgeving van Fuenta de la Reina ziet er wat kaal uit. De grote bomen die hier ooit stonden zijn verdwenen.
Na de puerto daal je een klein stukje maar daarna moet je nog verder klimmen tot je uiteindelijk bij Molino del Vento echt het hoogste punt bereikt van 942m! Daarna de mooie afdaling naar Colmenar waar we om 17.20u voor ons hotel staan. Mooie kamer met balkon in de zon zodat we goed de was kunnen doen en drogen. We eten later in de tuin van het hotel.
Onze fietsen staan in de hal bij de receptie.
Hoogtemeters: 1073.
Vandaag word ik 71 en ik wilde graag het weggetje rijden (de A4152) waarover ik in 1998 al schreef en waar we in 2002 helaas een tijd in de berm hebben moeten zitten vanwege een autorally!
Dit jaar doen we het weggetje in omgekeerde richting en vertrekken dus vanuit Colmenar eerst naar de A-356 over het weggetje waar ook het hotel lag (‘Los Arrieros’) waar we in 1995 voor het eerst verbleven (het was toen net geopend) en dat in de jaren daarna vaker werd bezocht. Het bleek na 2008 gesloten en we zien nu dat het een woonhuis is geworden.
We zijn daarna snel bij het gehucht Los Moriscos waar we koffie drinken. Er staat daar ook een hotel (‘Casona Los Mariscos’) dat ik als reserve had staan mocht het hotel in Colmenar vol zijn geweest, maar het ligt wel erg afgelegen en er staan maar 5 huizen, 1 bar, 1 hotel en 0 winkels.
Om 9u beginnen we aan de klim van het prachtige weggetje, dat met een stijging van 13% begint en waar we dus de eerste 500 meter van lopen. Daarna is er heel goed te fietsen en het is één groot bloemenfestijn in de heerlijke ochtendzon. De temperatuur is nog te doen en ook de rest van de omgeving met prachtige bergpieken en rotspartijen is heel indrukwekkend. Opnieuw vrijwel geen verkeer. Echt een verjaardagsweggetje!
Met een prachtige afdaling (waarbij we Alfarnatejo in de diepte rechts van ons zien liggen), komen we bij de Venta de Alfarnate, een historische plek met een indrukwekkend oud gebouw waar we vers sinaasappelsap drinken en een heerlijk gebakje met kwark en vruchten.
Om 11.45 stappen we weer op om de Puerto de Los Alazores te gaan beklimmen: 3.5 kilometer a 3% in een breed dal, daarna wat steiler maar vooral ook wat heter: 35º-40º! We stoppen vaak in de schaduwplekjes, lopen sommige stukjes, eten en drinken nog wat en zijn om 13u op de puerto. Daar nemen we even de tijd en dalen dan 22 kilometer naar Loja met een lunchpauze in Venta del Rayo met een heerlijke tortilla francesa. In Loja nemen we de hoge route om het dorp heen - te steil om te fietsen, we lopen dus en nu wordt het 43º!! In een dergelijke hitte hebben we nog nooit gefietst/gelopen. Het dorp voorbij zoeken we even wat verkoeling in een supermarkt waar we nog wat water kopen en dan het laatste prachtige stuk (11km) naar Huétor-Tájar waar we om 16.50u aankomen en op onze kamer een klein flesje cava ter verwelkoming vinden, verjaardag compleet! Fietsen staan op de binnenplaats.
Hoogtemeters: 775.
Op het Spaanse journaal wordt veel aandacht besteed aan de extreme hitte voor deze tijd van het jaar.
De grote hitte van gisteren en het feit dat we al 2 dagen behoorlijk veel hoogtemeters hebben gemaakt, doen ons besluiten om vandaag een korte, niet inspannende etappe te rijden en we kiezen als eindbestemming Algarinejo. Een plaats waar we op eerdere tochten ook langs zijn geweest, maar nooit hebben overnacht.
We vertrekken vroeg om 8u en het is nog aangenaam koel. In Huétor rijden we eerst langs een bakker om eten voor onderweg in te slaan. Drinken hebben we nog genoeg. We nemen nog wel een koffie bij de bar van het benzinestation voor we het dorp uitrijden.
We volgen vandaag de Arroyo de Vilano in de richting van Montefrio. Een route die we eerder in omgekeerde richting reden. Het eerste stuk daarvan voert ons door een gebied waar veel groente wordt verbouwd, vooral artisjokken. Als Jonne die wil fotograferen staat ze meteen in de vette klei die maar moeilijk van haar schoenen is te verwijderen. Gelukkig doet de warmte later tijdens de tocht alle klei verkruimelen en verdwijnen.
De klim gaat verder door een prachtig gebied, rustig, met af en toe een stukje 5%–7%. Er zitten ook wat lichte dalingen tussen. Na 19 kilometer sluiten we aan op de weg naar Algarinejo en moeten naar een naamloze col van 911m over een pittig weggetje met wat stukken 6%–7%. Vooral in de hete zon (het is weer 33º) is dat even doorbijten. Ik herinner me deze weg nog goed uit 2007 toen we van de andere kant kwamen en hier dus moesten dalen.
Na de col krijgen we een enorme afdaling naar Algarinejo en daar komen we na bezoek aan de supermarkt in een prachtig huis terecht waar we de enige gasten zijn. We eten later op het plein naast ons verblijf waar we ooit eerder ‘s-ochtends koffie met tortilla hebben genomen. De hamburger die we nu eten is matig en vrij duur.
Fietsen staan in de woonkamer beneden.
Vandaag 567 hoogtemeters.
Het is nog vrij koud als we om 8.15u vertrekken. We hebben jasjes aan en Jonne een lange broek. De klim het dorp uit valt erg mee en daarna rijden we steeds licht klimmend (3%-4%), nog in de schaduw en met een temperatuur van ±11º, over een prachtrig weggetje tussen heel veel olijfbomen en bloemen, via een paar tussencols naar het hoogste punt van vandaag: 826 meter.
Rond 10.30u steekt de vrij frisse wind op en de jasjes (die we eerder uit hadden gedaan) kunnen nu weer aan. Stevig dalen naar de voet van de klim die ons naar Priego de Cordoba moet brengen.
Om 11.30 zijn we in Priego waar we in een bar koffie met een heerlijke - vers gemaakte - tortilla nemen en ook nog een glas vers sinaasappelsap! Het is wel een drukke plaats en we zijn weer blij als we er wegrijden. 2 afdalingen, een tussenklim (van ±10km lang) en dan staan we aan de rand van het prachtige Parque Natural de las Sierras Subbeticas.
De CO-8209 brengt ons – meestal licht klimmend – door een indrukwekkend landschap (en zonder enig ander verkeer) naar Luque. In 2002 passeerden we hier ook. We verwachten nu boodschappen te kunnen doen, maar de supermarkt gaat pas vanavond open (in tegenstelling tot wat we op de website hadden uitgezocht…). We gaan dus eerst maar door naar ons hotel dat op 2.5 km buiten het dorp ligt. Dwz. sterk dalen, licht klimmen om terecht te komen bij een zeer fraai appartementencomplex waar we een groot appartement met alle gemakken hebben en bovendien spectaculair uitzicht. Er is ook nog een zwembad met uitzicht over een groot dal, maar het is te koud om te gaan zwemmen!
Later gaan we terug naar het dorp om boodschappen te doen waarmee we in onze keuken een avondmaal bereiden.
De fietsen staan op de patio.
Hoogtemeters: 928.
Vandaag staat de route over het Via Verde de Aceite op het programma, een tocht die we eerder maakten vanaf Lucena waarbij we in Martos stopten.
Dit keer gaan we door tot Jaén.
We staan vroeg op en zien een prachtige zonsopkomst. Het is nog koud als we om 8.30u vertrekken (11º) en we hebben onze dikke jacks aan. De zon schijnt uitbundig, de wind is stevig en fris maar dit keer blaast hij in onze rug. Bovendien staat er eerst een lange, geleidelijke afdaling op ons te wachten. Zodoende zijn we al snel bij estacion de Luque waar we in het restaurant een koffie drinken. Het ernaast gelegen hostal was eigenlijk mijn eerste keus geweest voor de overnachting van afgelopen nacht, maar dat was al bezet. Ik ben blij dat we ergens anders hebben geslapen, want het is een erg druk punt en geen vergelijk met de prachtplek waar we vannacht hebben gezeten.
Als we weer vertrekken is het alweer warm genoeg om onze vesten te vervangen door lichte windjacks en later op de dag zitten we weer in zomerpak op de fiets bij temperaturen van 25º–30º.
De koude wind echter maakt dat we op de rustplekken wel steeds een beschut plekje proberen te vinden. Langs de route weer borders vol bloemen, vooral de grote gele struiken die naar mimosa ruiken zijn speciaal. Het wegdek heeft een aantal stukken die nogal slecht zijn met veel gruis, richels en gaten. Het deel vóór Martos kent overwegend stukken met goed asfalt.
In Martos gaan we maar direct verder voor het laatste stuk, waarbij de route nu steeds mooi om de dorpjes heen wordt geleid. Het laatste stuk naar Jaén is mooi dalen en op de plaatsen waar de spoorlijn plaats heeft moeten maken voor snelwegen is gekozen voor goede oplossingen voor de fietsers met mooie bruggetjes of onderdoorgangen.
De route zelf is erg rustig en ligt overal vrij van al het andere verkeer. Het langdurig ‘vals plat’ echter, is op den duur wel vermoeiend. Je klimt van 393 naar 657 (bij Martos) over een afstand van 33 kilometer. Daarna ook weer rustig dalen (163 meter in 23 kilometer).
Bij aankomst in Jaén gaan we eerst langs het station voor een ‘Tarjeta Dorada’ waarmee we voordelig van de trein gebruik kunnen maken. Voor de route de we morgen gaan rijden (en voor mogelijke andere trajecten) wil ik namelijk eerst een klein stukje met de trein doen om een vervelend stuk over te slaan.
Dan naar ons hotel dat aan een drukke straat ligt. Kamer ligt op 5e etage en is behoorlijk warm. De airco krijgt het niet veel koeler. Pas als we de ramen open zetten gaat het lekker doorwaaien.
We eten uitstekend in het restaurant van het hotel.
Fietsen staan in afgesloten ruimte beneden bij de receptie.
Hoogtemeters: 484.
Vanaf Jaén was één van de opties om via de ‘Sierra Almadén Mágina’ naar het zuiden van de Sierra Segura te gaan om dan via de onverharde weg naar de bron van de Rio Guadalquivir te rijden. Daar zit dan wel een klim van meer dan 1000 meter in en de kwaliteit van de weg is onduidelijk. Dit alternatief lieten we vallen.
We kiezen nu voor het traject dat vanaf Vilches door het gebied gaat dat ik in 1997 nog de naam “De Grote Oversteek” meegaf (van de Sierra Segura naar de Sierra Morena). We gaan daarvoor eerst met de trein naar Vilches omdat het stuk tussen Jaén en Vilches nogal saai is om te fietsen. Die treinreis verloopt verder probleemloos. Ik heb de kaartjes op mijn telefoon staan (via de app RenfeTicket) en de fiets is – op trajecten tot 100km – gratis. Er is ook een Amerikaans fiets-echtpaar aan boord dat een huis een Spanje heeft en zij hebben het Via Verde de Aceite vanaf Puente Genil gereden.
De route vandaag is wel een soort overgangstraject, want alleen het deel vanaf Vilches dat ten zuiden van het ‘Embalse de Guadalén’ loopt is een mooi en rustig gebied met veel natuur. Daarna volgen we vanaf Arquillos voornamelijk de (vrij rustige, het is zondag) A312 naar Navas de San Juan met een stevige klim tot slot. We kiezen dan voor een vervolg over de A312 omdat de route onderlangs, die we in 2013 namen, teveel klimwerk heeft. We zijn zodoende al vrij vroeg in Santisteban del Puerto en kunnen op ons gemak de volgende etappes gaan bekijken. Het hotel heeft zondag een rustdag, maar er wordt vanavond speciaal voor ons gekookt!
Fietsen staan in aparte ruimte naast de centrale hal.
Omdat we vandaag niet zo’n zware etappe hebben én omdat het ontbijt (dat ook weer speciaal voor ons wordt gemaakt) pas om 8.30u kan, doen we het rustig aan. We nemen hartelijk afscheid en gaan op weg. We hebben besloten de A312 te blijven volgen om in Beas de Segura te komen.
Wat vandaag bijzonder is, is dat we exact 6 jaar geleden (op maandag 20 mei 2013) een deel van de route die we vandaag rijden, vanaf de tegenovergestelde richting reden!
We dalen een stuk, klimmen wat en bij Castellar de Santisteban moeten we een pittige klim het dorp in doen omdat we koffie willen. We herkennen daar ook weer het plein bij het gemeentehuis waar we 6 jaar geleden langskwamen. We drinken koffie op het grote Plaza de España waar ook een fraaie fontijn staat (zie foto hierboven).
Na Castellar moeten we nog even doorklimmen en dan volgt er een lange afdaling van 9 kilometer die wordt onderbroken door een lunch met tortilla francesa in Sorihuela del Guadalimar in hetzelfde cafe als waar we in 2013 waren. Ik herken het ineens als we ervoor staan!
We dalen verder, de weg is breed, niet interessant, af en toe een mooi vergezicht, af en toe vrachtwagens (die je altijd op ruime afstand passeren/inhalen) en af en toe plukjes autos die je vaak dichtbij passeren.
Het is vrij warm met wat hoge sluierbewolking. Na het passeren van de autoweg zijn we snel in Beas waar we in Las Casas de Nani een ontzettend leuk en groot appartement hebben in een straatje dat geheel uit dat soort appartementen bestaat. Het is er ‘s-nachts ongelooflijk stil!
We halen eten bij de supermarkt en maken dat in onze keuken klaar.
Fietsen staan op de patio.
Aan het eind van onze eerste week hebben we er 4820 hoogtemeters op zitten.
Om 6.30 staan we op en om 8.20 rijden we weg om de Puerto de Beas te gaan beklimmen. De klim het dorp uit is behoorlijk zwaar, daarna is het tot aan de Puerto (van 1081m) een mooie klim (met soms een stukje dalen) met niet al te veel problemen. En opnieuw bermen vol bloemen. Onderweg is verder niets te krijgen.
Opvallend is dat de auto’s die ons passeren behoorlijk stinken.
Om 10.50u zijn we boven, rusten een tijdje en doen dan de 5km lange (en mooie) afdaling (6%) naar Cortijos Nuevos. In het dorp staat bij de markt een churroswagen waar we 2 porties met koffie bestellen en een mooie pauze inlassen. Tot aan deze pauze is het nog wat bewolkt en koel, maar als we vertrekken voor het 2e deel, de oversteek van het dal via El Ojuelo naar de voet van de klim naar Segura de la Sierra, gaat de zon flink schijnen en wordt het al weer snel 25º–35º.
Na 7 kilometer lekker wegfietsen, met wat klim- en daalwerk, staan we aan de voet van de klim op een hoogte van 705m en moeten naar 1154m. Die hoge temperatuur en de soms pittige stukjes klimwerk (die we lopen) spelen ons wel parten en we staan vaak stil. Gelukkig is er veel schaduw. Met name vlak voor het dorp zitten de steilste stukken.
Om 14.50u zijn we bij ons appartement, bellen de eigenaar en kunnen even later naar binnen. We zitten nu een verdieping lager dan in 2013, maar het weer is nu wel een stuk beter. We doen boodschappen in het dorp (duur) en eten in ons appartement. Er is weer een fantastische zonsondergang te zien!
Hoogtemeters: 1080.
We staan om 8u bij het restaurant voor een goed ontbijt na een uitstekende nachtrust. Het zonlicht op het dorp en de vallei beneden ons is nu totaal anders dan gisterenavond. Beide keren prachtig licht voor foto’s!
Als we de fietsen staan op te tuigen zien we boven ons, op de rotshellingen net onder het kasteel, een groep steenbokken rondklauteren.
Dan gaan we de weg rijden die we in 2013 (onder barre omstandigheden: sneeuw, regen, wind) in omgekeerde richting reden. Toen kwamen we uit Pontones, nu gaan we richting Siles en het is zonnig weer met een temperatuur van 15º als we om 8.50u wegrijden. Het is een prachtig traject door indrukwekkende natuur en de hoge Yelmo (1810m) is steeds goed te zien en laten we steeds verder achter ons liggen. We klimmen (met soms een stukje dalen) naar de splitsing met de de weg naar Pontones. Het is zeer rustig, veel schaduw en heerlijk fietsweer en na ruim 12 kilometer fietsen zijn we op het kruispunt aangeland waar de afdaling naar Siles begint.
En wat voor een afdaling: 8 kilometer à 6%-7%! We stoppen af en toe om onze handen te laten rusten van het vele remwerk, om het uitzicht te bewonderen of om de velgen af te laten koelen!
In Siles doen we inkopen en eten dan een heerlijke lunch met tortilla in een restaurant in de prachtige, schaduwrijke hoofdstraat.
Om 13u rijden we weg voor het laatste deel: de klim naar de Puerto el Arenal. Maar we moeten wel eerst verder naar de rivier toe dalen, en dat is nog een stuk van 10 kilometer lang, met af en toe wat klimwerk. Daarna 6 kilometer à 4% en tot slot een stuk 6%-8%. Om 15.45u zijn we op de puerto, het is er uitgestorven! We houden een korte rustpauze en dan volgt de fraaie afdaling naar Riópar waar we rond 16.30u bij ons hotel aankomen. De eigenaar vertelt ons de volgende dag dat hij zijn hotel op deze plaats verkoopt en elders in het stadje een veel groter hotel begint.
Hoogtemeters: 911.
We staan om 6.30u op omdat we de Puerto de las Crucetillas graag nog in de koelere ochtend willen rijden. Om 8.30 rijden we weg in prachtig weer, het is 15º-16º. Na 4 kilometer de afslag naar de Crucetillas, de AB516. We waren hier eerder: in 2000 in 2017 en nu dus de 3e keer. De weg was in 2000 in goede staat, maar daarna is er nooit meer onderhoud geweest en in 2017 was hij slecht, en nu nog veel slechter. Dat blijft zo totdat we 4 kilometer vóór de CM-3216 (ook: PR-AB23) naar Paterna del Madera op een goed geasfalteerde weg komen.
We pauzeren nog even bij de bron aan het begin van de klim (die bron dateert van 2002) en klimmen dan gestaag door. We houden wel wat vaker rustpauzes, want de temperatuur loopt toch weer snel op. Gelukkig is er veel schaduw van de bomen langs deze weg. Ook opvallend is dat we deze keer wat ander verkeer op deze weg zien! Vooral vrachtwagens - die tergend langzaam naar boven rijden - komen ons een paar keer voorbij. Ook is er een bosploeg aan het werk die bomen kapt en het hout - gecontroleerd - verbrandt. We hadden de rook al beneden in het dal zien opstijgen. ↓
Om 11.30 zijn we boven op de Crucetillas. Het hoogtebord geeft de verkeerde hoogte aan, die is nl 1482m en niet de 1450m op het bord (dat er dus al minstens 20 jaar staat. Op dat bord heeft iemand geprobeerd de juiste hoogte te krassen). We nemen een mooie rustpauze vóór we aan de 12 kilometer lange afdaling naar Batán del Puerto beginnen, en dat is nog steeds een afdaling door een fantastisch mooi gebied dat vol met bloemen, water, bomen, rotspartijen, doorkijkjes en insecten is. Er loopt ook een aantal wandelroutes door dit gebied. →↑
Onderweg is een werkploeg bezig om een goot langs de weg te graven, het is hier een waterrijk gebied en bij regenval kan het hier makkelijk overstromen.
We gaan weer klimmen vanaf Batán del Puerto, waar we trouwens zien dat het weggetje naar Rio Madera de Abajo nu wordt opgeknapt! Wij hobbelen ondertussen – al klimmend – weer door over de gatenkaas en krijgen pas vlak vóór de weg zich splitst (naar Paterna) eindelijk mooi asfalt onder onze wielen.
Bij die splitsing pauzeren we voor onze lunch en klimmen dan het laatste stukje naar de Barrancazo. Dan mooi stuk dalen, een tussencol en tenslotte de bijna 12 kilometer lange afdaling naar Alcaraz door een heel bijzonder landschap: een hoogvlakte met muurtjes, weiden, olijfbomen, fruitbomen, vervallen nederzettingen en ondertussen maar dalen. Vooral de spectaculaire kloof bij Vianos is een indrukwekkend gedeelte!
Uit 2017 weten we hoe je niet in Alcaraz moet komen: het eerste het beste bord volgen dat naar het dorp wijst. We rijden dus door naar de tweede afslag. Je moet dan evengoed klimmen, maar niet de 10% die bij de eerste mogelijkheid hoort!!
Hotel Las Rosales is weer een goede plek om te zitten. Er komt ook net een ploeg Duitser fietsers binnen als wij arriveren. Dat is voor ons prettig, want omdat er voor die ploeg wordt gekookt, kunnen wij ‘s-avonds ook een heerlijk 3-gangen menu eten!
Hoogtemeters: 983.
Tot nu toe rijden we de route zoals ik die bij de planning – als één van de mogelijke – had uitgezet. Vandaag zullen we naar Albacete gaan en daar bekijken welk vervolg we zullen doen. Het meest voor de hand liggend is de trein naar Valencia, daar een paar dagen voor museumbezoek en dan richting Perpignan. Het loopt echter totaal anders dan ik gepland heb, lees verder!
We vertrekken na ons eigen ontbijt om 8u en dalen snel het dorp uit en rijden naar het begin van het Via Verde de Sierra de Alcaraz. Er bestaan al jaren plannen om dat verder door te trekken naar Reolied (over de oude spoorbaan Baéza-Utiel), maar daar is nog niets van te merken.
We rijden over de N-322 naar het begin van het Via Verde omdat de route langs de industriewijk en het vervolg daarna, eerst weer een rivierdal induikt om dan weer steil te klimmen (weet ik uit 2017). Dat kunnen vermijden door over de hoofdweg te blijven rijden. Het is er ook niet druk.
Bij het begin van het fietspad controleer ik of de route via de oude spoorbrug over de Rio de Cortes [kaartje] ook mogelijk is, maar dat gaat alleen maar te voet, het pad is behoorlijk overwoekerd (Kijk op Mapillary).
Goed, wij gaan nu eerst heel geleidelijk klimmen naar de Puerto de Los Pocicos (1051m) en wat opvalt vergeleken met 2017 is, dat er op het pad vrij veel overwoekerde gedeelten zijn met hoge planten in de bermen die flink in de weg staan; ook de middenberm is flink begroeid. Dat is in de eerste 10 kilometer, daarna is het weer goed begaanbaar. →↑
Ook opvallend is dat de verlichting in de meeste tunnels het nu af laat weten. Er is een bewegingssensor en ook altijd een schakelaar, maar beiden hebben geen effect. Met onze kleine ledfietslichten is dat moeilijk rijden in zo’n tunnel (soms meer dan 500m lang) en dan lopen we dus maar. Afgezien van deze ongemakken blijft het een fantastische route door een ruig landschap, vol met bloemen en met een weldadige rust! Na de puerto houden we bij het voormalige ‘Estacion del Salinero’ een kleine pauze, ik verken het oude stationsgebouw dat in gebruik lijkt als schapenstal en we gaan daarna heel mooi dalend verder. We worden op zeker moment ook gewaarschuwd door een parkwachter die vertelt dat verder op het pad een grote snoeiwagen actief is en dat we voorzichtig moeten zijn.
In een van de volgende tunnels komen we een Nederlands fietspaar tegen dat de route van Benjaminse (Girona-Sevilla) fietst en dat ons waarschuwt voor een blokkade die we tegemoet gaan: tengevolge van hevige regenval in april (lees ik later op de website) zijn er op diverse plaatsen grote rotsblokken naar beneden gestort die de route deels geblokkeerd hebben. Ook staat er flink wat water – tussen twee tunnels in – waar je doorheen moet. Er zijn hekken geplaatst op het pad, maar zij zijn er gewoon langs gereden.
Als we bij die hekken aankomen is passeren simpel en wat opvalt is, dat er geen enkele informatie wordt gegeven over wat er aan de hand is of wat je moet doen of waar je heen kunt. Op de Facebookpagina (scrollen naar april 2019) zie ik later dat er wel bordjes hebben gestaan, maar nu dus niet meer. ↓←
Wij rijden gewoon verder en stuiten een paar honderd meter verder inderdaad op de blokkade en het water. Dat water staat zo’n 20cm hoog (op het diepste punt) en daar kunnen we doorheen fietsen met plastic zakken over onze schoenen om natte voeten te voorkomen. En verder liggen hier inderdaad behoorlijke rotsblokken waar we net langs kunnen. Onduidelijk is verder of er al wat opruimwerkzaamheden zijn geweest. Na het maken van foto’s stappen we weer op. Op mijn stuur heb ik een camera zitten en in 2017 heb ik toen het hele Via Verde voor Mapillary opgenomen, nu heb ik de camera in de filmstand staan en dat heeft tot resultaat dat ik wat er in de komende minuten staat te gebeuren goed kan volgen, analyseren en soms met schrik in het hart weer kan terugzien: Jonne steekt van de linkerkant over naar de rechterkant op het pad en daarbij komt haar achterwiel heel ongelukkig over een wat groter keitje waardoor ze gaat slippen, dwars op het pad komt te staan en tenslotte met een flinke smak tegen de grond gaat!!
Knie en borst krijgen de grootste klap, maar ook haar gezicht slaat tegen de grond. Ze blijft doodstil liggen, ik ben binnen 2 seconden bij haar en mijn camera legt dus alles vast! Ze heeft een flink bloedende wond aan haar gezicht, ze is versuft en weet niet wat er is gebeurd! Ik ga haar wonden schoonmaken en verzorgen. Daarbij ligt ze heel onhandig met haar voet in haar stuur verstrengeld waardoor ik haar eerst niet op haar rug kan leggen. Gelukkig heeft ze niets gebroken maar we hebben wel 50 minuten nodig om haar weer op de been en op de fiets te krijgen.
Hulp krijgen langs dit pad is onmogelijk, want er is niets en niemand in de buurt en de eerstvolgende kruising met de N-322 is kilometers verder. We moeten nl. nog 45 kilometer naar Albacete fietsen, maar Jonne stapt weer gewoon op de fiets! Doordat ze niet weet wat er is gebeurd, heeft ze ook geen enkele angst voor het gruis op het pad of de andere rotsblokken die er de komende kilometers nog liggen en die ze keurig weet te omzeilen. Ook hier heb ik weer filmbeelden van omdat ik wilde dat Jonne zou kunnen zien wat ze na de val nog heeft gedaan. We rijden wel langzamer want het is hard gaan waaien (tegen) er dreigt een onweer langs te komen en er zijn voortekenen van regenbuien. Omdat ik weet dat er nog een flink stuk weg komt waar we 10 kilometer zonder één bochtje vooruit moeten, zinkt mij de moed wel eens in de schoenen. Jonne houdt dapper vol, we rusten vaak, we schuilen voor de regenbuien, trekken onze regenpakken aan en schuilen in St. Ana bij een huis opnieuw en weten uiteindelijk na 5,5 uur fietsen ons hotel in Albacete te bereiken! We zijn vandaag in totaal 11 uur op pad!
Onderweg hebben we nog een situatie met een 1,5 meter lange hagedisslang die – als ik hem passeer en net een stukje over zijn staart rij – in mijn voorwiel weet te kruipen en daar nog een aantal omwentelingen in wordt mee gedraaid maar pas uit mijn wiel ontsnapt als ik stil sta en goed oplettend probeer zijn sissende bek te ontwijken!
Dit is echt een dag om nooit te vergeten!
Laatste versie: 15 juli 2022
Terug naar de Indexpagina Marc Zoutendijk – © 1993-2093 Hier is een mailformulier |