Maandag 23 mei, 45km
Ik had vanuit Nederland een kamer gereserveerd in het Parador Málaga del Golf, en dat ligt vlakbij het vliegveld (5km). Ik had geen zin om in het donker langs onbekende wegen naar een hotel te zoeken, en de tocht naar het Parador is simpel en wordt al snel aangegeven (richting Torremolinos rijden).
De eerste dag willen we naar Colmenar via de Puerto del León (960m) over de C345. Een afstand van goed 35km. In het drukke Málaga is niet goed aangegeven hoe je naar Colmenar moet en de agent die we raadplegen stuurt ons de N321 naar Granada op, ook een mogelijkheid, maar niet wat we willen. Even de plattegrond raadplegen en dan blijkt dat we via de calle Victoria (die wèl staat aangegeven) de C345 kunnen bereiken.
De klim naar de Puerto kent een aantal flink steile stukken. Er waait een lichte bries uit zee en dat maakt het een aangename tocht. Tijdens deze beklimming komen we het echtpaar tegen dat gisteren met ons is aangekomen! Ze hebben óók het plan om de Pico Veleta te beklimmen, maar dan vanaf Granada.
Zij rijden het eerste deel van deze tocht het zelfde traject als wij. Vanaf de Puerto gaat de tocht door een prachtig bosrijk gebied en de afdaling maakt weer veel goed. In de diverse gidsen die we vooraf hebben bekeken, staat voor Colmenar geen enkel hotel genoemd, en daar maken we ons enigszins zorgen over, want dat betekent dat we nog een flink stuk verder zouden moeten als dat inderdaad zo is. Gelukkig blijkt in Colmenar een gloednieuw hotel te staan (Los Arrieros, 3 maanden open) en 's-avonds zitten we met het andere echtpaar aan tafel en wisselen ervaringen uit.
Opmerking 2012:
In de jaren na onze eerste bezoek aan Colmenar zullen we er nog vaker terugkomen en steeds nemen we dan onze intrek in dit hotel, behalve in 2007 als we een nieuw hotel proberen. De eigenaren (het is een echt familiehotel) verwelkomen ons altijd enthousiast. Als we in 2012 plannen maken voor een hernieuwd bezoek, zien we dat het hotel gesloten is!
Dinsdag 24 mei, 61km
Vanuit Colmenar eerst weer dalen naar Rio Gordo en daarna afwisselend klimmen en dalen naar Periana. Dan volgt een lange afdaling naar de splitsing gevolgd door een stevige klim naar de Puerto Natural (ook wel El Boquete), een natuurlijke opening in de bergwand die je al van ver ziet liggen. Het is flink heet en we rusten boven een tijdje uit in de Ventas de Zafarraya waar je eventueel ook een kamer kunt krijgen. Het is er echter niet zo aantrekkelijk en de toiletten doen ons besluiten om gewoon door te gaan naar Alhama (vrienden van ons die er later geweest zijn, vertelden echter dat de kamers er keurig en schoon waren!)
Het eerste gedeelte van de weg gaat over een hoogvlakte (achter de Sierra de Almijara) waar veel groente wordt verbouwd. Er is niet veel verkeer op deze weg en je kunt na een lange klim zo'n stukje wel even gebruiken. Daarna komt een prachtig bosrijk gebied rond de klim naar de Navazo. Ook hele velden vol met klaprozen in volle bloei maken het een aangenaam fietsgebied. Een forse afdaling brengt ons in Alhama waar we in pension José een kamer nemen. Het ligt midden in het dorp en de prachtige gorge (waar de Rio Alhama doorheen stroomt) die achter het dorp ligt, is vanaf hier lopend binnen 5 minuten te bereiken.
Woensdag 25 mei, 78km
Het oorspronkelijke traject dat we wilden rijden ging via Fornes en Jayena naar Almuñecar, maar de Michelinkaart geeft aan dat de wegen vanaf Jayena onverhard zijn en daar hebben we in dit stadium nog geen zin in, we weten dat we dat in de Sierra Nevada al moeten doen en we besluiten naar Padul te fietsen.
Vanuit Alhama klimmen we licht (over de C340) door een prachtig gebied met zeer veel boomgaarden met citroenen, olijven, noten en vijgen en er volgt een mooie afdaling naar het stuwmeer Embalse de los Bermejales. Hier worden we voor het eerst geconfronteerd met de droogte die dit gebied al jaren teistert, want het waterpeil in het stuwmeer is buitengewoon laag, en achter de dam ruist een aardig beekje! Dan volgt weer een matige klim naar Agron en daar nemen we afscheid van het andere echtpaar omdat zij in ieder geval richting Granada gaan. We zijn erg benieuwd of we elkaar nog zullen terug zien bij de Veleta! De weg naar Malá (ook wel Malaha, het klinkt hetzelfde) is geleidelijk dalend en we zien nu voor het eerst het massief van de Sierra Nevada (sneeuwvrij) voor ons liggen, een indrukwekkend gezicht en ons nog onbewust van wat we daar nog zullen tegenkomen!
Bij Malá nemen we de afslag naar Otura (een zeer desolaat landschap) en bij de N323 (E103) slaan we af richting Padul.
Vanaf het punt waar we de weg opkomen volgt nog een korte klim naar de Puerto en daarna een geleidelijke afdaling. In Padul aangekomen besluiten we de plannen te veranderen. Het is namelijk zó'n triest oord langs een drukke snelweg, dat we daar absoluut niet langer willen blijven. En we hebben nog tijd genoeg om door te fietsen. We besluiten dan (nu we toch op een snelweg zitten) om er maar zo ver mogelijk op door te rijden als we nodig hebben, en dat wordt dus een rit naar Tablate, en van daaruit weer over een rustige weg naar Lanjaron. We volgen de hoofdweg over 20km, en omdat dit grotendeels dalend is, valt het in tijd gelukkig mee. Een uurtje afzien tussen de auto's. Er wordt aan de weg gewerkt, en op veel plaatsen is de oude weg, die door de dorpen ging, vervangen door een bredere weg om het dorp heen. Vanaf Tablate staat er een stormachtige wind die het fietsen op de smalle weggetjes en in de bochten af en toe gevaarlijk maakt. Gelukkig zijn we op deze weg weer praktisch alleen. Lanjaron is een echt kuuroord met vele badhuizen en er zijn tientallen hotels! Het ligt op de grens van de Sierra Nevada en Las Alpujarras en het is een goed startpunt voor een aantal prachtige tochten.
Donderdag 26 mei, 31km
We kennen onze krachten en weten dat we het niet zullen halen om vanaf Lanjaron in één keer de klim naar de Veleta te maken. We gaan daarom eerst naar Capileira op 1432m hoogte en zullen daar overnachten. We wennen dan gelijk wat aan de ijlere lucht en hebben een mooie tocht voor de dag erna in het vooruitzicht.
Vanaf Lanjaron dalen we eerst naar Órjiva (659m naar 456m), nemen daar koffie en slaan wat voedsel in waarna de klim naar het 1000m hoger gelegen Capileira kan beginnen. Tot aan Ermita del padre Eterno (een kapelletje op een hoogte van 943m) een stevige klim waarna we het dal beneden Pampaneira inslaan. Op een gegeven moment zie we aan de overkant van het dal heel hoog tegen de bergwand de weg liggen waar we nog naar toe moeten, en daar schrik je dan toch weer even van: zó ver nog? Bij Pampaneira zelf moeten we een zeer steil stuk klimmen van zo'n 10% en al snel ligt het dorp weer beneden ons!
Daarna nog een verdere klim naar Bubión en tenslotte nog verder klimmend naar Capileira. Dit laatste gedeelte is behoorlijk zwaar.
In Capileira houdt de doorgaande weg in principe op, en als de Veleta door sneeuw niet bereikbaar is, dan is hier tevens het eindpunt een paar kilometer buiten het dorp. Het is een mooi plaatsje met een paar hotels en pensions. We verkennen 's-avonds een deel van de weg die we morgen te gaan hebben en zijn vooral benieuwd naar de kwaliteit van de onverharde weg. Maar de eerste 6 kilometer na het dorp zijn inmiddels geasfalteerd! We vragen het maar aan een paar voorbijgangers en die zeggen dat het een redelijk begaanbare weg is. We moeten een besluit nemen, nu kunnen we de plannen nog aanpassen - bv. verder de Alpujarras in (richting Trevélez bv.) of de Veleta over? We kiezen voor de Veleta, tenslotte kijken we hier al een jaar naar uit. We slapen 's-nachts onrustig.
Vrijdag 27 mei, 47km
Om 6:15 staan we op omdat we zo vroeg mogelijk willen rijden, tenslotte moeten we een groot stuk door een kaal rotsland fietsen waar geen schaduw is te vinden, en zo kunnen we rustig aan doen (alsof je hier op een fiets als een wilde naar boven zou kunnen). Ontbijten doen ze in Spanje niet vroeg dus hadden we gisteren al ons eigen ontbijtmateriaal ingeslagen, en eten en drinken voor de tocht. Om 7:25 rijden we weg (voor een tocht waarvan ik me, zelfs jaren later, nog iedere meter kan herinneren), voorbereid op het ergste en hopend op het mooiste wat er per fiets te bereiken valt.
De eerste 6km na Capileira zijn inmiddels geasfalteerd en de weg is goed te befietsen waarbij het stijgingspercentage heel redelijk is. Gemiddeld klimmen we hier met 9km/u.
Na die 6 km - op een hoogte van 1830m - staat een bord dat waarschuwt de rest van deze weg (32km) uitsluitend met een terreinwagen te berijden. Die 32km op het bord klopt niet, maar dat komt omdat dat bord vroeger in Capileira stond en na het asfalteren gewoon verplaatst is zonder de tekst aan te passen! Vanaf dit punt is het nog zo'n 25km klimmen. De weg is op dit punt goed te berijden, we worden door een paar personenauto's gepasseerd, een enkele durfal komt ons vanaf de andere kant met een camper tegemoet en je ziet er wat motorrijders. Fietsers komen hier niet veel (die blijven liever op de geasfalteerde andere zijde van deze reus). We vorderen gestaag en nemen op gezette tijden rust voor wat drinken, eten of een prachtig uitzicht. We kunnen Capileira nog heel lang achter ons kleiner en kleiner zien worden en op steeds meer plaatsen beginnen alle andere bergen ook steeds lager en lager te worden. Op een gegeven moment realiseer je je dat je hoger bent dan de Tourmalet, de Galibier, ja, zelfs de Bonette (de hoogste pas in de Alpen) verdwijnt (figuurlijk gesproken) onder je voeten! Tot een hoogte van 2400m is er nog een redelijke boomgroei en het is zo vroeg nog aardig fris.
Pas als de bomen verdwijnen en je in de volle zon komt te fietsen wordt het warm. Gelukkig gaat dan de hoogte weer een rol spelen en de temperatuur van de lucht is heel aangenaam. Bovendien staat en af een toe een forse wind en we moeten een truitje aantrekken tegen die wind. Dat is op zo'n 2500m hoogte het geval, daar waar je de Loma de Piedra Blanca oprijdt. Ik fiets met een 1:25.000 topografische kaart voor mijn neus waarop alle kilometerpaaltjes staan aangegeven, maar die paaltjes zelf zijn (op een enkele na) verdwenen. Bij km59 is een fantastisch uitzichtpunt op het 1400m lager liggende Trevélez dat slechts 3km ver weg ligt. Als er een rechte weg naar toe zou lopen zou die een stijgingspercentage van 46% hebben!
Op dit punt ligt ook de hoogste berg van het Spaanse vasteland voor je: de Mulhacén, 3483m hoog, de weg loopt links van deze reus in de richting van de Veleta. We nemen hier een uitgebreide pauze en zitten in een bergkommetje heerlijk in de zon en uit de wind. De eerste 1000m klimmen hebben we in ruim 4 uur afgelegd. Geheel volgens schema (gebleken is in de afgelopen jaren dat we gemiddeld zo'n 300m hoogteverschil per uur overbruggen). Hier echter begint ook de kwaliteit van de weg enorm te verslechteren. Er ligt veel losse steenslag, diepe geulen, grote stenen en keien en af een toe en rotsblok. Daarop is het klimmend niet eenvoudig je evenwicht te bewaren (zeker niet als je bijna stilstaat op een fiets met bagage)! Terwijl wij staan te rusten, komt uit de andere richting een fietser (op een ATB zonder bagage) op hoge snelheid voorbijrazen!
Langs de Mulhacén moeten we weer dalen naar zo'n 3000m om dan weer naar 3100m terug te klimmen. We hebben trouwens vanaf dat uitzichtpunt op Trevélez ook een goed uitzicht op de hele route die wij nog te gaan hebben; de Pico Veleta ligt in de verte op ons te wachten.
De vele meertjes in dit gebied zijn allemaal zo goed als uitgedroogd, alleen het Laguna de la Caldereta staat nog vol (heerlijk, helder) water. Er is ook een Refugio op deze hoogte, Refugio Felix Mendez en als we daar langs rijden, worden we ingehaald door een fransman op een ATB die vanaf Motril is komen fietsen (aan de kust, 80km terug)!!! Die heeft op dat moment al bijna 4000m hoogteverschil in zijn benen zitten.
We merken nu zelf ook dat door de grotere hoogte en de vermoeidheid het behoorlijk zwaar aan het worden is. We moeten vaker stoppen, drinken en ook wat vaker de fiets naar boven duwen omdat fietsen op deze ondergrond vermoeiender is dan lopen. Schaduw is er inmiddels allang niet meer en we verlangen naar een mooie asfaltweg onder de bomen! Na de Refugio kom je door een prachtige poort in de rotsen (en je ziet de Pico voor je opdoemen) en daar moeten we weer dalen om tenslotte de laatste 2 haarspeldbochten naar de Collado (met een stijgingspercentage van dik 15%) lopend te nemen. Ik zie nog kans om de laatste 5 meter weer te fietsen, want ik wil fietsend boven komen! Uiteindelijk om 17:45 staan we daar, waar we voor kwamen: De Collado del Veleta, met 3199m de hoogste bergpas van Europa. De tweede 1000m klimmen heeft ons ruim 6 uur gekost! Vanaf Capileira hebben we 1830 meter geklommen!
Het uitzicht is onvoorstelbaar. In alle richtingen geheel onbewolkt, Granada 40km verder in de diepte, De Mulhacén in de verte, de weg die je gereden hebt achter je en het heerlijke asfalt voor je, wat een onvoorstelbare belevenis. Dat je met een motor boven kunt komen is logisch, met een auto ook en lopend is ook geen probleem, maar met een fiets blijft het een buitengewone ervaring omdat dan pas duidelijk wordt wat een efficient ding zo'n fiets toch eigenlijk is, en al helemaal als je kijkt naar wat de berijder nodig heeft! Wat broodjes, veel water, wat snoep, yoghurt en je levert een enorme prestatie die nog eens extra beloond gaat worden door die ongelooflijke afdaling die er aan staat te komen! We blijven een halfuurtje genieten en bijkomen, maken foto's en ademen de zuivere lucht naar binnen (als we later in een stinkend Granada zijn, komt dat moment nog vaak terug in gedachten).
Eigenlijk kwamen we hier naar toe om de Pico Veleta te beklimmen (3394m hoog) en we zijn nu pas op de Collado (3199m), maar de weg naar de Pico is een doodlopende weg naar een uitzichtpunt waarnaar je (500m voorbij de Collado - als je alweer aan het dalen bent) kunt afslaan, maar de moed en de kracht ontbrak ons daarvoor. Dat gaan we nog een keer doen als we deze tocht nog een keer gaan maken, maar dan in omgekeerde richting.
De kant waar wij naar boven zijn gekomen is veel mooier dan de kant waar we nu vanaf moeten. Aan de zuidzijde is er zeer veel variatie in rotskleuren (rood, bruin, zwart, grijs, groen, rose en geel) en er groeien ook allerlei struiken en mos. De noordzijde is een grote grijze, kale en ge-erodeerde steenhelling. Hier is de verwoestende werking van het ski-toerisme goed te zien. Overal kabelbanen (die het zomers niet doen), ski-piste's zonder sneeuw, markerings-hekken en andere lelijkheid. Het moet geen pretje zijn om hier de laatste 700m te klimmen. We beginnen de afdaling en langs een groot aantal prachtige bochten en af en toe zeer steile stukken bereiken we het Parador de Sierra Nevada in het dorpje Sol y Nieve op een hoogte van 2500m. Het is een hele leuke verrassing als het echtpaar waar we de eerste dagen mee hadden samen gefietst, hier inderdaad ook blijkt te zijn en morgen de tocht gaat maken (dalend) die wij net hebben afgerond. We eten samen en kunnen de wederzijdse avonturen aanhoren! Zij hebben vandaag 5 uur nodig gehad om vanaf Granada hier te komen.
Vanuit ons hotel is er 's-avonds een prachtig uitzicht over het verlichte skidorpje 400m lager en over Granada (2000m lager). We slapen als rozen!
Laatste versie: 20 november 2024
Deel 2 van deze tocht
Terug naar startpagina
Naar de indexpagina van de fietsverslagen.
© 1995-2093 - Marc Zoutendijk